Mijn dochter is zojuist begonnen aan een nieuw seizoen hockeyles. Elke woensdag een uurtje sporten, naast haar zwemlessen en gymles op school. Ik geef toe, ze is actiever dan ik ben. Maar ergens doen we alletwee hetzelfde: Meters maken. Uren maken.
Zoals Malcolm Gladwell al in zijn boek Outliers uiteenzette, om echt goed in een vaardigheid te worden, is het belangrijk om veel uren te maken. 10.000 uur zou het magische getal zijn. Ik heb geen idee of dat klopt. Het klinkt als veel tijd die je moet besteden. Stel dat je een uur per dag aan een vaardigheid besteedt, dan ben je al snel 10.000 dagen verder, wat grofweg neerkomt op 333 maanden. 27 jaar. Dat is wel serieus veel tijd. Maak er twee uur per dag van en je zit al op de helft, 14 jaar.
Als ik dat uitreken en ik besef me dat ik al een flink wat jaren schrijf, maar eigenlijk pas een paar jaar bewust met schrijven bezig ben, dan kun je daar wel wat moedeloos van worden. Maar haal het eens uit het fysieke. Neem elk moment dat je met je hobby, passie, sport of werk bezig bent en reken het dan eens verder. Laten we zeggen 10 uur per dag? Inclusief denken over, peinzen, lezen, praten, doen. Gemiddeld 10 uur per dag? Dan ben je na 3 jaar wel een pro in wat je wilt doen. Ja ja ja…praten over hockey maakt je nog geen goede hockeyspeler. Maar door jezelf toestemming te geven om met datgene bezig te zijn wat je het liefste doet, train je jezelf. Het is een vorm van priming, door in je gedachten met een bepaald onderwerp bezig te zijn, zul je merken dat de wereld om je heen zich naar die gedachten vormen.
Een voorbeeld.
Vanochtend werd ik wakker met een gezinsgriep om me heen. Vrouw heeft buikgriep, zoon van één herstellende van buikgriep, dochter van zes net beter van een griep. Ik heb gelukkig niks. Maar het gooide wel mijn dag overhoop. In plaats van een dag op de Incredible Werkplek in Amsterdam door te brengen, betekende het kind naar school brengen, terug naar huis, huishoudelijke taken overnemen, kind ophalen, lunch klaarmaken en naar sport brengen. Gisterenavond bedacht ik me dat ik vandaag ergens een rustig moment zou vinden om een blogpost te schrijven. Om die meters van de dag te maken. Eén van mijn eerste gedachten vanochtend was: “Waar en wanneer ga ik vandaag dan schrijven?”. Ik bedacht me al snel dat de sportclub een kantine heeft. Dat probleem was ineens snel opgelost.
Als ik naar de kantine loop heb ik eigenlijk nog geen flauw idee wát ik ga schrijven vandaag. Ik had me voorgenomen om eens in mijn Swipe file te kijken voor inspiratie. Er zou wel ergens een onderwerp tevoorschijn komen. Ineens vallen wat puzzelstukjes samen. Ik hoorde een ouder aan de zijlijn bij de hockey iets zeggen over “meters maken”. Dat deed me denken aan een tweet die ik zaterdag schreef over “schrijfmeters maken”. Gisteren zag ik een slide over Consumer Psychology 101 met de term priming. Dat intrigeerde me en ik besloot er later nog eens meer over te gaan lezen.
De opmerking, de tweet en die slide kwamen zojuist aan tafel op een bijna magische manier samen. Al schrijvende vormt zich het verhaal, komt het als vanzelf op het scherm. Als je je gedachten openzet voor invloeden van buitenaf en jezelf toestemming geeft om vrij over je hobby of werk na te denken, dan kan de uitkomst je nog verrassen.
Als ouder en zelfstandige heb je inderdaad allerlei kleine spaarzame momenten om je bezig te houden met je eigen hobby of creativiteit waar je beter in wilt worden. Probeer die spaarzame momenten op tijd te herkennen en heb je instrumenten bij je. Dan zijn de barrieres om iets te gaan doen veel kleiner en kun je sneller je meters maken. Hoe meer meters je maakt, hoe leuker het wordt. Ik mag dan wel geen sportman zijn, maar deze sportmetafoor hou ik er wel in!