Firefox marked addons due signing as unsupported, but doesn’t allow re-downloads from AMO → All extensions disabled due to expiration of intermediate signing cert.
Hoe kun jíj bijdragen aan IndieWebCamp Utrecht?
Over twee weken start de eerste IndieWebCamp Nederland (IWC) in Utrecht. Op zaterdag 18 en zondag 19 mei zullen developers, designers en denkers rondom het open web bij elkaar komen om twee dagen te lang te discussieren en te werken aan de voortgang van het decentrale en open internet. Wat vind daar nu precies plaats en is het iets voor jou om er bij te zijn? Er zijn nog gratis kaarten beschikbaar. IWC Utrecht vindt plaats op het kantoor van Shoppagina aan de Kanaalweg in Utrecht. Vanwege de internationale deelnemers is IWC Engelstalig.
BarCamp principe op zaterdag
IWC’s zijn ontstaan om invulling te geven aan het doel van het indieweb: Onze online identiteit wordt steeds belangrijker en meer relevant in het dagelijkse leven. Het is geen goed idee om deze identiteit volledig in handen te leggen van gecentraliseerde winst-gedreven organisaties, met weinig controle-mogelijkheden, beperkte eigen inbreng en ondoorzichtige veiligheidsmaatregelen. Het Indieweb streeft naar een alternatief voor dit corporate web. Denk hierbij aan nieuwe open standaarden en apps voor online communicatie, netwerkvorming, opslag en distributie.
Tijdens een IWC werken we gezamenlijk aan dit doel. Dit kan een technische invalshoek hebben waar de nadruk ligt op het verder uitwerken van de standaarden, het kan een lerende invalshoek hebben, waarbij meer wordt ingegaan op het waarom en het hoe. Of het is een discussie, waarin we ideeën uitwisselen hoe deze standaarden en vrijheden kunnen verspreiden online, welke relevante ontwikkelingen er zijn en hoe problemen zijn te voorkomen met het gebruik van deze standaarden.
IWC kent geen vooraf ingevlogen sprekers, er is geen ingevuld blokkenschema en je zult er geen bekende naam uit het sprekerscircuit aantreffen als keynote spreker. IWC’s worden georganiseerd volgens het BarCamp principe. Er is geen passief publiek wat alleen zit en luistert. Iedereen die aanwezig is, kan zowel luisteraar als spreker zijn. Als je een idee hebt rondom het IndieWeb, of je wilt juist wat meer leren wát het nu eigenlijk is, dan is dit je kans. Je reserveert je eigen tijdslot op het programma die ochtend en anderen kunnen besluiten om aan te sluiten bij je sessie. Het is geen probleem als je al iets hebt voorbereid en er zijn mogelijkheden om iets te presenteren voor je groep. De aanwezigen op IWC bepalen wat wanneer in welke volgorde op de planning komt.
Dag 1 start altijd met een Introduction Round, in een korte rondgang introduceert iedereen zichzelf kort, zowel de online als offline persoonlijkheid (denk website, software etc). Op dag één wordt traditiegetrouw de groepsfoto gemaakt van alle aanwezigen.
Hacking op zondag
Waar we op zaterdag vooral met elkaar praten, demo’s geven en presenteren, op zondag is het doel om samen te werken aan het indieweb. Een van de pijlers van het indieweb is “heb controle over je eigen online identiteit”, waarbij vaak wordt gesproken over het bezit van een eigen site. Dit is het startpunt voor veel indieweb activiteiten. Tijdens deze dag kun je bijvoorbeeld je eigen WordPress installatie meer Indieweb-proof maken, of je eigen Instagram archief opzetten. Misschien wil je juist wat meer automatiseren rondom je site. Er zijn allerlei mogelijkheden en het leuke is dat op deze zondag veel expertise bij elkaar zit. Je kunt zeker rekenen op hulp gedurende deze dag.
De zondag eindigen we met een demoronde, waarbij iedereen laat zien hoever hij is gekomen met zijn werkzaamheden. Het maakt niet uit wát je hebt gedaan, elke activiteit om het internet meer open en decentraal te maken is goed. De demo’s worden doorgaans via een livestream online uitgezonden.
Pre-IWC Dinner en games!
We organiseren nog een klein diner op de vrijdagavond voor iedereen die wil aanschuiven. Deze zal vermoedelijk plaatsvinden in de buurt van de locatie van IWC, Shoppagina.nl. Na het diner kunnen we nog even wat retrogames spelen bij Awesome Space, wat eveneens vlakbij de IWC locatie is.
Find the others
Het thema voor IWC Utrecht is “Find the others” (met dank aan Team Human)
We zien langzaam maar zeker meer initiatieven ontstaan waar controle over je eigen data, een alternatief internet, afstand van de sociale silo’s, een relevant thema zijn. Met IWC Utrecht willen we de bruggen bouwen en handen uitsteken naar elkaar om te zien waar we elkaar kunnen vinden. Waat de gemeenschappelijke grond is, zowel op technisch vlak, als op gebied van UX, design, communicatie. Het Indieweb is een menselijk alternatief voor het “corporate web”, maar we schuwen de handreiking naar de bedrijven niet. Laten we gezamenlijk zoeken naar de goede alternatieven, zonder te vervallen in Calimero-gedrag en vingers wijzen.
IndieWebCamp Berlijn
Vandaag begint IndieWebCamp Berlijn. Hier kun je al een idee krijgen wat we in Utrecht willen doen en waar je op kunt rekenen als je je gratis inschrijft als deelnemer. Gedurende het weekend zal er eveneens een livestream zijn vanuit Berlijn.
Doe je mee?
We hebben zin in het IndieWebCamp in Utrecht! Voor Ton en mij is het de eerste keer dat we samen iets organiseren en de eerste keer dat we een IWC organiseren. Lang niet alles zal perfect zijn geregeld en we vragen wat medewerking van alle aanwezigen. Maar het gaat leuk worden en enorm interessant als je meer wilt weten over een open en vrijer web. Kom naar IWC, Find The Others!
Untappd check-in: Mr. Brown 2018 (4.75 ⭐)
Bookmark: Spacebear
Interessant! Federated Software Hosting for everyone! Maak je eigen Instagram of Youtube, jouw data blijft van jou en je bent onderdeel van een groeiend decentraal netwerk. Het is een lastig pad en het zal de komende jaren geen deuk in het pakje boter uit Silicon Valley slaan. Maar het is goed dat er alternatieven zijn.
Sourdough – over de moeilijke dans tussen tech en traditie
Het is lang geleden dat ik een boek zo snel heb uitgelezen. De laatste jaren moet ik me echt door boeken heen ploeteren en her en der momenten vinden om weer een hoofdstuk te lezen. Maar om onverklaarbare reden heb ik Robin Sloan’s Sourdough in twee dagen uitgelezen. Misschien omdat ik deze dagen wat meer ruimte had om te lezen, omdat het deze keer een paperback was die ik makkelijk mee kon nemen naar de speeltuin terwijl de kinderen losgaan op de glijbaan. Of omdat het verhaal gewoon makkelijk wegleest. Korte hoofdstukken en een niet al te lastig plot. Nadat ik in The Atlantic een recensie van het boek las vielen de puzzelstukjes voor me op hun plek. Het boek gaat niet alleen over brood bakken, maar over cultuur. Hoe cultuur verschillend kan worden geïnterpreteerd, hoe technologie en cultuur rond elkaar dansen als DNA strengen en elkaar beïnvloeden.
Geheim genootschap
Net als Sloan’s meest bekende werk “Mr. Penumbra’s 24-Hour Bookstore” kent dit verhaal elementen die me aanspreken. Een wat introvert hoofdpersoon, een geheim genootschap rondom een bepaald thema en een mix van analoge en digitale technologie met wat fantasie. Hoofdpersoon Lois Clary is een computer programmeur bij een groot techbedrijf in San Francisco, bezig om repetitief werk overbodig te maken. Robot-armen zullen allerlei taken van ons mensen overnemen. Dat gaat steeds beter, maar één probleem krijgen ze niet opgelost. Hoe kan een robot altijd op perfecte wijze een rauw ei open tikken en de inhoud netjes in een kom krijgen, zonder eierschaal en zonder te morsen.
Ik laat een complete vertelling van het boek achterwege, die kun je prima op Goodreads vinden. De eerste helft van het boek is een genot om door te lezen. Sloan kan met een paar rake observaties een beeld wegzetten van de situatie en de omgeving. Zoals het moment dat Lois een huis binnenloopt voor de eerste ontmoeting met de Lois Club. De beschrijving van de kamers in het huis is treffend voor de personen die ze er later zal aantreffen
Every single surface told a story. A long one. With digressions.
Langzaam verandert het leven van Lois en komt ze door twee broers met een bezorgdienst in aanraking met de wereld van zuurdesem brood. Ze krijgt een desemstarter, de biologische cultuur die nodig is om een brood te maken. De pot met ondefinieerbare blubber is eigenlijk de hoofdpersoon in het boek. Alle gebeurtenissen in het boek hebben te maken met deze biologische bacteriecultuur die er voor zorgt dat zuurdesem brood zijn karakteristieke vorm, textuur en smaak krijgt. Langzaam verandert het eigenaarschap van deze cultuur. Was deze eerst van de Mazg broers, die via e-mail verhalen vertellen over de herkomst van de starter, later zal Lois de starter meer eigen maken. Door er mee te werken, door via moderne technologie (van internetfora tot DNA onderzoek) er achter te komen hoe de starter is opgebouwd.
Het ei probleem
Lois krijgt in de eerste helft van het verhaal te maken met alle onderdelen die “Penumbra” zo aantrekkelijk maakten voor me, de verbinding tussen het artisanale brood bakken en het high-tech Slurry (een weinig subtiele verwijzing naar Soylent Green), de mysterieuze e-mails van één van de twee Mazg broers en natuurlijk de bijzondere starter voor het zuurdesembrood.
De broers hebben een bijrol in het boek als de doorverteller van hun cultuur. Waar de starter een biologische cultuur is, maar afkomstig is uit een grotere cultuur uit Europa, van eilanden en piraten. Met verhalen, liefde en verdriet. Waar muziek een belangrijk onderdeel is in de groei van de biologische cultuur.
Door het boek heen lees je hoe de cultuur verandert onder invloed van de technologie. Niet alleen hoe de startercultuur verandert, maar ook hoe de werkcultuur verandert. Als Lois in een helder ogenblik de oplossing vindt in de code om het ei-probleem op te lossen, maakt dat kortstondig een held van haar. Maar tegelijkertijd is het effect van de robotisering en AI merkbaar op de werkvloer van de cafetaria, waar nota bene de eerste betalende klant van Lois de scepter zwaait. De wisselwerking tussen de voortschrijdende technologie op de werkcultuur. Maar technologie is meer dan machines die mensen vervangen, net als cultuur niet iets is wat je makkelijk schaalbaar kunt reproduceren.
Lois probeert met de nieuwe technologie van de robotarm het bijzondere brood te reproduceren, maar daar is meer voor nodig dan een slim algoritme. De hippe klanten in de vooruitstrevende foodhal hebben tevens weinig boodschap aan de verhalen van de Mazg-cultuur. Eerder zijn ze bezig “snapping photos to post on the expedient image-based social network” om te laten zien dat ze als een van de eerste er zijn geweest. Technologie wordt onderdeel van de cultuur en maakt van een oude traditie een gimmick. Waarom zou je naar het verleden kijken als er nog zoveel toekomst is te ontdekken?
Tech cultuur
In het tweede deel krijgt het verhaal een wat meer magisch-realistische wending, met de foodmarkets van San Francisco als twee kampen tussen oud en nieuw, analoog en digitaal, high-tech en low-tech. Waar niet iedereen blijkt te zijn wie ze zeggen en waar een bacterie-kolonie een mogelijk synoniem kan zijn voor de wereld waar we zelf in leven en voor verantwoordelijk zijn. Waar die desemstarter lijkt voor iets groters te staan en dat op onnavolgbare wijze laat merken. Ik zal niet teveel verklappen.
Het tweede deel van het boek zit vol met wendingen en om eerlijk te zijn, it’s a stretch. Er is op dit moment veel gaande in de wereld van voedselbereiding en de manier waarop we ons voedsel verbouwen. Maar de weg die Sloan kiest, waar elke bacterie-kolonie een oorlog voert in je koelkast, voorraadkast of oven, ik vond het wel wat lachwekkend en eerlijk gezegd niet heel boeiend om te lezen.
Maar als ik achteraf denk over de rode draad in het verhaal, hoe vooruitstrevende technologie achter de schermen wordt gecontroleerd door onverwachte personen in het verhaal. De spanning tussen de “oude” vertelcultuur waar mensen, aanraking, muziek en verhalen een centrale rol spelen en de “nieuwe” cultuur met robots, afstand tussen mens en natuur, klinische bereiding en naderhand bedachte authenticiteit. Voedsel vertelt verhalen, brengt culturen bij elkaar, draagt geschiedenis in zich. Het is geen sinecure om dat door technologie en VC-funded startups over te laten nemen en efficiënter te maken. Misschien lees ik er meer in dan nodig, maar met het oeuvre en de achtergrond van Robin Sloan, zit ik er misschien niet zo ver naast. Het zijn wel thema’s die me aanspreken en waar ik graag over lees en denk.
Het boek eindigt positief, maar met een vreemde twist, waarbij de hoofdpersoon “ineens” een liefdesrelatie zou moeten krijgen met één van de broers uit de e-mails. Er zijn parallellen te trekken met de geschiedverhalen die gedurende het boek worden verteld, maar ik vind het net iets te geforceerd.
Een speciale vermelding wil ik nog geven aan Horace Portacio, de bibliothecaris van Marrow Fair. Hij verzamelt en cureert menukaarten van de hele wereld uit alle tijden. Het lijkt mij een heerlijke hobby om te hebben en om mee bezig te zijn. Iets wat Horace in het boek dan ook duidelijk laat blijken.
Van mij krijgt dit boek 4 sterren. Ik heb er van genoten, maar tot op zekere hoogte. Met name de eerste helft van het boek is een heerlijke lofzang op de foodculture en dendert lekker door. In het tweede deel zakt het verhaal wat in en draait het een onverwachte richting in. Die in mijn ogen niet nodig was.
Robin Sloan – Sourdough ⭐⭐⭐⭐
Hoe nostalgisch is het indieweb?
Retrogamen: In het Nationaal Game Museum kun je weer kind zijn, merkt Christiaan Weijts, en spelen als in de jaren tachtig, toen wij nog zelf macht over de techniek hadden.
In het NRC artikel Nostalgie naar de tijd dat we macht hadden, beschrijft journalist Weijts zijn hang naar nostalgie aan de hand van een bezoek aan het Nationaal Videogame Museum. Ik kan me dat voorstellen, ik kom geregeld in het museum en de nostalgie-factor is daar groot. Ik merk dat mijn kinderen (7 en 12) het niet helemaal begrijpen, maar aan de andere kant zijn ze wel fan van de nostalgie zonder dat ze het weten. Onze oudste is een fan van de oudere muziek van Queen en David Bowie, terwijl de jongste op de Nintendo Switch prima wisselt tussen de laatste uitgave van Super Smash Bros. en de allereerste Legend of Zelda uit 1986.
De analyse van Weijts deed me denken aan het indieweb, waar ik zelf veel mee bezig ben. Is dat eveneens een vorm van nostalgie? Een hang naar een tijd waar je zelf meer controle had over wat je schrijft, publiceert, leest en deelt? Hoe de wereld aan je gepresenteerd wordt, zonder invloed van algoritmes, adverteerders en de smaak van je verbonden netwerk? Misschien wel. Door bezig te zijn met onderdelen van het indieweb begrijp je beter de onderliggende technologie op een conceptueel niveau. Zonder direct elke regel te snappen, begin je wel te begrijpen hoe het mogelijk is dat Twitter-reacties en -sterren onder een blogpost komen. Hoe je tussen blogplatformen kunt reageren vanuit je eigen blog. Je hebt weer iets meer controle over de online situatie en dat voelt prettig. Is dat nostalgisch? Prima.
Het artikel eindigt met een vooruitblik waar de mensen van de toekomst, onder (klein-) kinderen, genezen zijn van nostalgie. Ik hoop het eerlijk gezegd niet. Hoe leuk is het toch niet om over 40 jaar de Floss als nostalgische dansje terug te zien?