De jaarlijks terugkerende tech-conferentie The Next Web zit er weer op. Elk jaar tovert het team van dit techblog het Westergas terrein om tot een festivalterrein waar je twee dagen kunt onderdompelen in sprekers en een live rondlopend Twitter en LinkedIn netwerk. Maar even zo goed live muziek, foodtrucks met prima eten, een eigen aankleding en geweldige podia waar de sprekers hun verhaal doen.
Elke editie van TNW heeft hoogtepunten in het programma. Soms is het een keynote-spreker op het hoofdpodium, maar het kan net zo goed een “kleinere” spreker zijn. Dit jaar waren er voor mij twee sprekers die er uit sprongen. Eén had ik wel verwacht, want ik ben een fanboy. De tweede was een verrassing voor me.
Kevin Kelly
Kevin Kelly is de oorspronkelijke hoofdredacteur van het iconische tech-magazine Wired, redacteur van Whole Earth Catalog (Van de beroemde Stay Hungry Stay Foolish quote van Steve Jobs) en al jarenlang een technologie-filosoof/futurist. Zijn boeken zijn een genot om te lezen, met titels als “What Technology Want” en “The Inevitable”. Of zijn beroemde artikel A 1000 True Fans. Ik wilde inderdaad even met hem op de foto, zie hierboven.
In zijn korte presentatie vertelde hij voornamelijk over The Mesh, het vervolg op het internet zoals we dat kennen. Een netwerk van alle verbonden apparaten, diensten, mensen en spullen. Wat we nu kennen als The Internet of Things is niets meer dan een subset van The Mesh. Er komt nog veel meer bij, variërend van een nieuwe aanwezigheidsvorm in Augmented Reality als een complete onderdompeling in Virtual Reality. Ready Player One’s OASIS in overdrive zou ik het noemen.
In VR kunnen we rondlopen in deze wereld en alles ervaren wat we willen. De complete wereld is machine readable noemt hij het. Een beangstigende maar gelijk boeiende wereld. Want we hebben nog geen idee hoe technologie als VR en AR zich zullen ontwikkelen de komende jaren. We kunnen nu denken dat we er al zijn met de Oculus brillen en de mogelijkheden op de telefoons. Maar dit is nog maar het begin. Kelly verhaalt hoe deze technieken nog geavanceerder zullen worden, hoe we onze ervaringen in VR nog beter kunnen delen. Maar in welke vorm dat exact is, dat moeten we nog zien. Kelly sluit zijn enigszins beangstigende toekomstbeeld af met de opmerking
“Dit geeft 1000 enorm enge problemen op gebied van privacy, eigendom en nog veel meer. Maar verlies niet uit het oog dat er minstens een miljoen nieuwe kansen ontstaan.”
Alix Rübsaam
Alix Rübsaam is onderzoeker op het gebied van het post-humanisme en de filosofie van technologie. Ze is een PhD-kandidaat aan de Universiteit van Amsterdam en momenteel betrokken bij de Amsterdam School for Cultural Analysis. Haar onderzoek zit op het snijvlak van mens en technologie. In haar verhaal gaat ze in op de groeiende hoeveelheid krantenkoppen die iets zeggen in de trant van “AI is een bedreiging voor onze mensheid”. Hier gaat ze niet tegenin, maar ze stelt ons de vraag, wat is die mensheid dan? Wat betekent voor ons, in deze tijd, het mens-zijn? Ze laat aan de hand van voorbeelden zien hoe onze voorouders naar de mensheid kijken aan de hand van de technologie die op dat moment heersend zijn, die het meeste op de voorgrond zijn. De oude Grieken dachten dat het menselijk lichaam bestond uit verbonden water-kanalen, niet zo gek als je weet dat in hun tijd het principe van aquaducten op kwam. Of wat te denken van de tijd van Descartes. De mechanische industrie kwam op en we waren er van overtuigd dat de mens als een groot mechanisch horloge door het leven ging.
Dat klinkt allemaal wat gek niet waar? Gaan we eens naar het hier en nu. In ons dagelijks taalgebruik vergelijken we ons al snel met een computer. “Ik heb een hersen-overload”, “De draden zitten niet zo lekker daar boven”, “Oh ik loop helemaal vast”… Rübsaam vertelt over een onderzoek waarbij ze hersenchirurgen vroeg om uit te leggen hoe de hersenen werken. Zonder gebruik te maken van woorden en termen die uit de computer-technologie komen. Dat bleek nog knap lastig te zijn voor de experts.
Computers, of specifieker de software, zijn de belangrijkste uitvinding van onze tijd. Het is niet raar dat we ons zien als lopende computers. En dan is daar ineens Artificial Intelligence. Kunstmatige Intelligentie. Computers die slimmer zijn dan onszelf. Soms in de vorm van robots. We herkennen ons mens-zijn in die slimme supercomputers en dat is wat ons bang maakt. Maar Rübsaam betoogt dat wat we doen als mens ons nog geen mens maakt. Want alles wat we doen kan een computer op een gegeven moment sneller, slimmer, goedkoper, beter. Maar wie we zijn als mens, dat is wat ons anders maakt. Zoals wij in de geschiedenis kijken en besmuikt lachen om de mechanische mens of het monster van Frankenstein (tijdens de opkomst van electriciteit), zouden onze opvolgers niet om ons moeten grinniken als ze de krantenkoppen lezen over de levensgevaarlijke robots die de wereld overnemen?
The Next Web Unconference?
Een tijdje terug schreef ik al eens over Reboot, een conferentie die ik zo’n 10 jaar terug bezocht. Wat we me daar het meeste van bij is gebleven was het formaat, de unconference. Op TNW Conference lopen zo’n 15.000 slimme mensen rond. Er staan er 100 op het podium en die krijgen de kijk- en luisteraandacht van ons. Maar al die bezoekers kunnen minstens zoveel waarde toevoegen aan de conferentie. Waarom zou TNW niet een zaal beschikbaar stellen voor een unconference-dag? Stel de zaal beschikbaar, de techniek en de eigen promotiekanalen en laat bezoekers een eigen programma samenstellen met eigen sprekers en onderwerpen. Geef elke spreker 20 – 30 minuten en laten we zien wat er gebeurt. Er zijn genoeg redenen om het niet te doen, dat begrijp ik best. Maar in de geest van het open internet en hoe The Next Web zelf in hun programma ruimte geeft aan meer dan alleen technologie, zou het bespreekbaar zijn voor 2019?