Jeff Jarvis schrijft vandaag een artikel op de algemeen geldende opinie (in het journalistenvak) dat journalistiek gelijk staat aan storytelling, verhalenvertellers. Volgens Jarvis is het gemeengoed in de branche om meeknikkend te accepteren dat dit zo is. Jarvis is het er niet per s mee eens. Zijn belangrijkste reden: Er zijn nu zoveel soorten van journalistiek te benoemen, dat het niet realistisch is om de journalist in het midden van het verhaal te zetten als de verteller. Juist door de enorme stromen aan informatie en kennis die rond ons heen stromen kunnen we toevoegingen doen aan het verhaal, aanpassingen, een draai geven. Communities en hun platforms kunnen eigen verhalen maken. Een andere reden is dat de journalist zich als storyteller in het middelpunt stelt en het verhaal claimt.
Nu ben ik het niet direct oneens met Jarvis, maar wat mij opvalt is dat hij uitgaat van de traditionele wijze van verhalen vertellen. Ik denk dat de wijze van storytelling wezenlijk aan het veranderen is. De eigenschappen van een goed verhaal (een protagonist, antagonist, spanningsboog etc) blijven bestaan. Immers, deze zijn al duizenden jaren oud, dus ik verwacht niet dat daar veel aan veranderd. Maar de wijze van het vertellen, waarbij de verteller in het middelpunt staan, die verandert toch wezenlijk. Maar goed, ik denk dat Jarvis het toch wel een beetje eens is met me…
But if we continue to assume that our role is that of the storyteller, and to limit ourselves to that, then we risk closing ourselves off from forms of gathering and sharing information that do not end up in the form of stories, that are not structured and told. When we open ourselves up, we can think of journalists as enablers, as community organizers (not just of information but of a community’s ability to organize its own information), as teachers, as curators (how could I get through this without using the word at least once?), as filters, as tool makers, as algorithm writers.