Eén van de mooiste concepten in het menselijk bestaan vind ik serendipiteit: Het vinden van iets onverwachts en bruikbaars terwijl je op zoek bent naar iets anders. Steeds vaker kom ik dit principe tegen in mijn eigen leven en in de wereld om me heen. Op fundamenteel niveau is serendipiteit wat ons mensen maakt. Denk ik. Ik zou er nog wat dieper over na moeten denken.
Maar het is de term die me te binnen schoot toen ik wat blogposts over de Singularity University las. Zoals deze prima uitleg over wat Singularity nu eigenlijk is. Kort gezegd: The Singularity is een moment in de (nabije) toekomst waar machines slimmer zijn dan mensen. We kunnen nog niet voorbij dat moment kijken want, tja…machines zijn dan slimmer als ons, dus wij kunnen niet bedenken wat er dan gebeurt.
Nu ben ik geen tegenstander van vooruitgang. Ik hou van de ontwikkelingen die bv in deze blogpost worden beschreven. Maar wat me zo aan het hart gaat is: Waar houdt het op? Waar ligt die grens wat we als mens toelaten en wanneer nemen chips en slimme machines het over? De afgelopen 50 jaar zijn we meer afhankelijk geworden van apparatuur om ons heen. Wederom, niets mis mee, ik maak er dagelijks graag gebruik van. Maar de titel van voornoemde blogpost triggerde iets bij me. Alsof “fear of the unknown” niet naast “curiosity” kan staan. Die twee kunnen prima naast elkaar bestaan. Wat mij dwars zit is dat ik veel voorbeelden lees over wat er allemaal kan. Maar ik lees weinig over wat we willen. En daar komt volgens mij ergens serendipiteit om de hoek kijken. Op het moment dat je in een samenleving bent die vrijwel volledig functioneert op basis van smart grids, machines, chips en andere siliconen toekomstbeelden, waar blijft dan de vrije wil? We zien dagelijks voorbeelden dat mensen het al moeilijk hebben met het hebben van een vrije wil zonder de apparatuur, dus wat gebeurt er als machines, hoe klein ook, vóór je gaan denken? Waar blijft ons gevoel van serendipiteit? Het gevoel dat je krijgt als je naar de supermarkt loopt en toevallig een bekende tegenkomt die je al jaren niet hebt gezien? In een samenleving gebaseerd op singulariteit zou zo’n ontmoeting of niet plaatsvinden, want de persoon was al lang uit je geheugen, dus niet relevant, je had wellicht een andere route gekregen van je GPS-chip etc. Of de ontmoeting zou vooraf gescript zijn met de opmerking dat je over 50 meter een oude bekende tegen gaat komen. En je krijgt direct een complete doopceel en profiel te zien. Weg verrassing.
Misschien bekijk ik het te zwartgallig. Want die machines worden door mensen gebouwd. Of in elk geval, ik wil geloven dat in elke machine die wordt gebouwd, ergens een stukje menselijk ziel zit. Soul. Datgene wat ons mens maakt. En wat door mensen gemaakt kan worden, kan door mensenhanden gebroken worden.
Ik laat me graag overtuigen dat serendipiteit en singulariteit naast elkaar kunnen leven!