Terwijl ik dit schrijf op zondagochtend zit mijn zoontje van 2 even rustig TV te kijken. We hebben net samen een trein gemaakt en we hebben lol gehad om het rijden met de trein over mijn been. Hij mag nu best even wat TV kijken, naar BabyTV.
Ik schrijf dit op mijn laptop. Dezelfde laptop die verbonden is met mijn fotocollectie waar duizenden foto’s staan van mijn kinderen, familie, vrienden en gebeurtenissen.
Als ik met de trein reis luister ik naar de muziek die ik kies. Of de podcasts die ik zelf download en op mijn tijd aanzet. Of ik stuur een e-mail naar vrienden voor een afspraak dit weekend. Of een Whatsapp naar mijn vrouw voor het avondeten. Ik check Facebook en Twitter om te zien wat er in de wereld om mij heen gebeurt. De online wereld die ik zelf heb vormgegeven. Met de vrienden en familie die ik graag wil volgen en waarvan ik graag op de hoogte blijf. Natuurlijk zitten daar zo nu en dan verhalen bij die me geen lor interesseren. Maar net als op een verjaardagsfeestje of in de auto zit ik daar maar even doorheen. Omdat de persoon aan de andere kant van het scherm mij wel dierbaar is. Dan heb je dat voor elkaar over. Net als ik zelf menig oninteressante of niet-relevante statusupdate de wereld in slinger. Gelukkig spreek ik vaak genoeg vrienden en bekenden die me er op wijzen tussen alle mooie verhalen door.
Vanmiddag gaan we mijn dochter ophalen die een avondje heeft gelogeerd bij haar vriendin. Toen we haar gisteren achterlieten waren ze druk aan het spelen in de speeltuin. Waarschijnlijk hebben ze tot gisterenavond laat zitten bladeren in het boek “Hoe dingen werken”, want daar zijn ze allebei dol op. Mijn dochter leest trouwens elke avond. Uit een boek. Nadat ze op de iPad via Netflix of Uitzending Gemist haar eigen serie heeft gekeken.
Vanmiddag gaat ze naar een verjaardag. Met haar vriendjes en vriendinnetjes gaan ze spelletjes doen. Zonder schermen. Als ze weer thuis is mag ze gerust nog even een spelletje op de Wii doen.
Maakt ons dat nu een gezin wat verbonden is aan het scherm? Als ik de commercial van KPN moet geloven zijn we constant aan ons scherm gekluisterd en wordt het alleen maar erger. Verschrikkelijk suggestief gefilmd, ik vind het een flauwe manier om je verantwoordelijkheid te laten zien. Ja, het is zeker zo dat we nu meer gebogen hoofden in het straatbeeld zien. Gebogen over hun schermen en kijkend naar hun eigen werkelijkheid. Maar het is niet zo zwart-wit als media en activisten ons willen doen geloven. Nuance is altijd lastig te verkopen maar wel noodzakelijk in dit debat.
De geschiedenis herhaalt zich. Met de komst van auto’s en autoradio’s waren oudere generaties verbolgen over het feit dat die racemonsters over straat scheurden. Met die verderfelijke beatmuziek die uit de raampjes schalden. Socrates waarschuwde ons dat bezit van boeken slechts de gedachten afleidt. Walkmans brachten in de jaren 80 een nieuw straatbeeld en gaven de muziekindustrie een impuls.
Ik groeide op met stripboeken en verslond ze dag in dag uit. Vrienden van toen herinneren nog dat ik vaak binnen zat te lezen, maar denken daarom zeker niet minder over me.
De video Look Up van Gary Turk is minstens zo suggestief als de commercial van KPN. Omdat je op Google Maps kijkt, loop je de liefde van je leven mis. Natuurlijk is het uitvergroot voor het effect in de video, vergeet dat niet. Maar wederom ontbreekt enige nuance in zijn verhaal.
Ik ga weer een trein bouwen met mijn zoon. Van blokken. Zonder scherm. En vanmiddag ga ik eens lekker in het papieren magazine Offscreen lezen. Over de mensen die ons leven op het scherm zo mooi maken.