Onverwachte winterse strubbelingen als kattenbediende. Katten zijn geen bezit namelijk. Als je een kat als huisdier neemt, bereid je voor op een leven als bediende voor genoemde vierpotige.
Maar goed, onze kat Plato is inmiddels gewend aan buiten zijn ochtend- en avondbehoefte te doen. We hebben al jaren een kattenbak staan maar hij wuift het gebruik weg. Hij wil er niks van weten om in zo’n plastic bak met wittige korrels te gaan zitten. Hij loopt liever naar buiten om bij de buren of waar dan ook in de buurt even zijn territorium steviger te markeren.
Tot de sneeuwjacht losbrak dit weekend. Met twee problemen die we tot op heden alleen kenden van de overlevering en oude gravures (ik overdrijf).
De grond is bevroren en te hard voor Plato om genoeglijk zijn billen op te planten en even te lozen. En het kattenluik vriest dicht gedurende de nacht.
Vanochtend zat Plato onder protest op de kattenbak. Demonstratief met zijn gezicht naar de muur. Met een “wat laat je me doen, menswezen!” blik stapt hij van de kunststof kuip. Ik heb sinds de sneeuw een nieuwe functie als kattenbediende-die-altijd-als-eerste-uit-bed-is. Met een kannetje warm water ontdooi ik de sluiting van het kattenluik, terwijl Plato me nauwlettend in de gaten houdt. Zodat hij snel naar buiten kan om toch te zoeken naar ontdooide plekken.
Het leven van een kattenbediende in winterse tijden is verre van glamoreus.