De nieuwe pastoor was zo zenuwachtig dat hij de eerste mis bijna niet kon spreken. Hij vroeg de bisschop om raad. Deze raadde hem aan voor de mis twee a drie druppels wodka in een glas water te doen en dit op te drinken. De pastoor deed dit en de mis verliep prima: hij was de rust zelve en alles ging zoals het moet. Nadat de pastoor het recept nogmaals had genomen maar deze keer met iets meer wodka bleef hij zelfs rustig tijdens de mis terwijl het buiten regende en stormde alsof de wereld verging. Toen hij na de mis weer in de pastorie kwam lag er een briefje voor hem van de bisschop… Beste Pastoor, Bij deze neem ik de vrijheid enige feedback te geven op uw laatste mis en hoop dat u aan deze punten zal werken: – Het is niet nodig citroenschijfjes op de rand van de misbeker te steken; – Het hokje naast het altaar is de biechtstoel en geen WC; – Er zijn 10 geboden, geen 12; – Er waren 12 apostelen, geen 14; – Geen van de apostelen was een dwerg en niemand droeg een rood kapje; – Jezus Christus en de Apostelen duiden we niet aan als “J.C. and the Gang”; – David won van Goliath maar niet door het geven van een “trap in zijn ballen; – We noemen Judas niet Hoerenjong en de paus noemen we niet El Padrino; – Bin Laden heeft niets te maken met de dood van Jezus; – Het weiwater is er om te zegenen, niet om de nek te verfrissen; – Waarom u de miswijn in een teug heeft leeggedronken, dan zout gelikt en daarna in een citroen heeft gebeten snap ik nog steeds niet; – Die “muts met die kleine tieten” was Moeder Maria; – In het vervolg niet meer steunen op de beelden, deze al helemaal niet meer zoenen; – De “Freak in het midden” is overigens Jezus. Hij hangt daar niet uit verveling maar is aan het kruis genageld; – Diegene in de hoek bij het koor welke u eerst betitelde als homo en later als travestiet in een nachtpon was ik; – De volgende keer graag twee druppels wodka in het water en niet omgekeerd.