Otaku. Het Japanse woord voor iemand die obsessief enthousiast is over een onderwerp. Een freak. Een verzamelaar. Collectioneur. Liefhebber. Beyond liefhebber!
Ik las dat woord voor het eerst in Seth Godin’s Purple Cow. En het is een woord wat me lang is bijgebleven. Ik was het de laatste jaren weer even vergeten, maar gelukkig herinnerde Elja me er gisteren weer aan door te linken naar een artikel van Seth waar het woord in voorkomt.
In zijn artikel legt hij uit hoe je als marketeer het beste met mensen kunt omgaan die zó enthousiast zijn. Die maak je niet blij met een gratis gadget. Of een tour in de fabriek. Er is meer voor nodig. Je zult zelf “otaku” moeten krijgen voor je merk of je product.
Zoals Leo Blokhuis vanavond bij DWDD vol vuur en passie praatte over The Band. Waar ik het trouwens e-no-rm mee eens ben. Prachtige band! Gaat dat luisteren!
Zoals Henk-Jan over zijn video’s praat. Zoals Ronald als een kind in de snoepwinkel door een nieuw boek bladert met platenhoezen van Studio One Records. Bianca die via Skype vol enthousiasme haar nieuwe designboeken laat zien en wild bladert om te gekke infographics te laten zien. Erwin die op zaterdag met de NME en andere engelse popbladen in de Ierse pub gaat lezen. Dat is Otaku. Daar kun je met geen marketingcampagne, gelikte app of hip event verandering in brengen. Of zelfs maken. Dat groeit, broeit, zoekt een weg, vervormt, verandert en komt er op allerlei manieren uit. Als je je lezers, kopers, kijkers, fans, ambassadeurs, doorvertellers goed kent, dan ken je hun Otaku. Dan snap je het. Omdat je één van hen bent.