Shakespeare zou een blogger zijn. Bob Dylan volgens mij ook wel. Patti Smith blogt en nieuwsbrieft. Net als Nick Cave. Zij gebruiken de middelen die ze voor handen hebben om hun verhaal naar buiten te brengen.
Na de boekdrukkunst is de globale publicatiemachine van het internet de uitvinding die alles gelijktrekt. Een level playing ground voor iedereen. Iedereen krijgt toegang, iedereen kan lezen en schrijven op het internet.
Tenminste, dat was de belofte.
Inmiddels weten we wel beter. Ik loop die zijweg nu niet in waar ik kan fulmineren over Big Tech en de invloed van algoritmisch data-gedreven advertentienetwerken. Even terug naar de belofte.
Hyperlinks subvert hierarchy schreef Doc Searls al in Cluetrain Manifesto, de thesis werd daarna de ondertitel van een eerdere incarnatie van dit blog. Ik geloof er nog steeds in, maar het wordt lastiger. Het is nog altijd een wonder dat iedereen die zou willen, een eigen moederschip kan bouwen en een eigen mening kan publiceren. Ongehinderd door moderators, algoritmes en stilistische keuzes in lengte en opmaak. Toegankelijk voor iedereen. Zonder een account te moeten aanmaken waarmee je alleen in die sociale silo kan bewegen.
Shakespeare zou zeker Twitter gebruiken om zijn voorstellingen te promoten. Da Vinci schreef notitieboeken vol met zijn uitvindingen, ideeën en inzichten. Zou hij een Digital Garden hebben gemaakt als hij de mogelijkheid had?
De verhalen van Merel en Elja bij Kitty zetten me aan het denken. Net als de opmerkingen van Ton over de video’s.
Ongetwijfeld zitten er drommen mensen dagelijks op Facebook toxische memes te re-sharen die prachtige eigen blogposts hadden kunnen schrijven.
Ton Zijlstra
Het klopt. Het is nu eenmaal eenvoudiger om even snel wat te twitteren, een Instagram Story te updaten of memes te delen op waar-dan-ook. De netwerken hebben dat bewust zo eenvoudig gemaakt en zorgen nauwgezet voor een netwerkeffect op al je berichten. De dopamine is niet aan te slepen in je brein met al die likes, shares, hartjes en 💯’s. Ik herken het.
Zou Merel nu nog steeds een blog starten zoals ze in 2001 deed? Of komen haar verhalen op een andere manier de wereld in? Is de vlogger van nu een blogger van toen? Ik denk het wel. Tegelijk zijn er drommen bloggers die het zelf niet weten en hun tijd verdoen op andermans netwerken in plaats van een eigen moederschip te bouwen.
Het bijhouden van een blog is al snel gedoe. Merel en Elja zeggen het allebei, je gaat meer rekening houden met je publiek (al doet Elja dat weer minder dan interviewer Kitty) en het technisch onderhoud van een eigen moederschip is nu eenmaal meer werk dan de leasebak die Twitter of Instagram heet.
En toch.
En toch.
Ondanks het gebrek aan publiek, ondanks het gedoe dat WordPress heet en het Grote Gedoe dat WordPress plugins heet. Ondanks dat alles vind ik niets waardevoller dan wat aanklooien in deze garage. Zonder zakelijke bijbedoelingen. Zonder al teveel rekening te moeten houden met mijn lezerspubliek en vooral zelf te oefenen. Oefenen in schrijven, schrijven, schrijven. Het is pas sinds een paar jaar dat ik bewuster op mijn schrijfstijl let. Ik schrap meer. Herschrijf. Begin ergens in het midden en Duplo daarna een verhaal in elkaar. Ik schrijf de zinnen al in mijn hoofd terwijl ik koffie maak.
Klooien aan de motor met de garagedeur open. Iedereen die interesse heeft kan meelezen. Ik maak me niet te druk om vindbaarheid van blogs. Ik heb er geen zakelijk belang bij. Het is een zoektocht waar ik soms in cirkels loop. Of soms weer nieuwe paadjes ontdek waarvan ik me afvraag hoe ik die al 20 jaar heb kunnen missen. En waar ik met veel plezier rondloop om iets nieuws te ontdekken en aan anderen te laten zien.
Welkom.