Vandaag is het de sterfdag van de Amerikaanse schrijver Jack Kerouac. Deze auteur, meest bekend om zijn boek On The Road, zou een invloedrijk persoon worden in de Beat Generation van de jaren ‘60. Ik las On the Road toen ik 17 was en het is nog altijd n van mijn favoriete boeken. Ik kan er geen complete quotes uit opdreunen of de diepere intellectuele en literaire lagen in benoemen. Maar het maakte een gevoel bij me los wat nooit meer echt is weggegaan.
Ik ben geen boekenlezer. Ik ben geen literaire kenner. Ik ken de namen van de andere belangrijke figuren uit de Beat Generation (Allen Ginsberg, William S Burroughs) maar ken hun werk niet van binnen en van buiten. Maar het gevoel wat ik krijg als ik lees over deze groep mensen en wat ze hebben betekend voor een generatie, dat is voor mij heel belangrijk. Ik hoef de boeken niet elk jaar te lezen (al ga ik dat nu toch weer eens doen) maar zo nu en dan wat quotes en zinnen uit bijvoorbeeld Wikipedia doen me veel goed. Als ik lees: “…Both Howl and Naked Lunch were the focus of obscenity trials that ultimately helped to liberalize what could be published in the United States. On the Road transformed Kerouac’s friend Neal Cassady into a youth-culture hero. The members of the Beat Generation quickly developed a reputation as new bohemian hedonists, who celebrated non-conformity and spontaneous creativity.” dan voel ik daar toch enig verwantschap mee. Niet omdat ik wekelijks als een hedonist me een slag in de rondte zuip, naar improvisatie jazz luister en spontane wilde acties onderneem, maar omdat het ergens past bij de manier waarop ik naar leven, werk en cultuur kijk. Hoe je je leven kunt leven waarin voldoende ruimte is voor nieuwe inzichten, voor censuurvrije kennisuitwisseling, voor creativiteit wat uit alle denkbare en meest verrassende hoeken kan komen.
Kerouac speelt geen centrale rol in mijn leven, maar zijn manier van leven heeft me 20 jaar geleden laten zien dat het anders kon. En dat doe ik dan maar.
“The only people for me are the mad ones, the ones who are mad to live, mad to talk, mad to be saved, desirous of everything at the same time, the ones who never yawn or say a commonplace thing, but burn, burn, burn, like fabulous yellow Roman candles exploding like spiders across the stars, and in the middle, you see the blue center-light pop, and everybody goes ahh…”
On The Road