Maar waar begin je dan?
Eerst maar eens linken naar dat beruchte artikel in The Guardian?
Of de anekdote hoe ik zaterdagavond laat op de bank dat artikel zag verschijnen. Ik was van plan naar bed te gaan en met slaperige ogen klik ik op de link. Met stijgende verbazing lees ik over de klokkenluider en de strapatsen van Cambridge Analytica. Met zoveel vragen duik ik onder de wol.
Of dan toch iets herhalen wat ik al op Twitter roep. Dat het echt niet moeilijk, eng of erg is om je account te verwijderen. Zij hebben je harder nodig dan jij hen. Jouw data is hun verdienmodel voor adverteerders. Of dat nu leverworst, vakantieaanbieders of een politieke partij is. De hoogste bieder krijgt je data.
Ik kan natuurlijk weer van wal steken over het Indieweb. Over Punkrock Publishing. Over al die sociale netwerken die het anders proberen. Van het decentrale Mastodon tot het charmante en niche Micro.blog.
Hier een tweet embedden waarin ik het heb over de toekomst van sociale netwerken:
Misschien is de toekomst wel ontelbare kleine decentrale niche-gerichte netwerken van tijdelijke aard. Waar je profiel portable en in eigen beheer is.
Ik kan uitwijden over mijn verbazing hoe laconiek vakbroeders, digitale experts en social media specialisten reageren op de berichtgeving.
Ik begrijp niet dat deze digitale voorhoede niet het lef heeft om gewoon afscheid te nemen van Facebook. Om er gewoon mee te stoppen. Of op zijn minst een standpunt in te nemen dat het niet normaal is dat Facebook zoveel data heeft van haar gebruikers.
Dat het niet normaal is dat deze data voor grof geld naar adverteerders gaat. Juist de digitale voorhoede weet als geen ander hoe de pegels worden verdeeld. Zij begrijpen de consequenties van de berichtgeving rondom Cambridge Analytica. Zij kunnen een voorbeeld zijn voor een grote groep volgers door uit te leggen dat het niet normaal is. Dat het echt wel anders kan.
Dat er meer is op het internet dan Facebook.
“Maar al mijn vrienden zitten op Facebook en ze zitten nergens anders. En ik heb er zoveel gelijkgestemden gevonden”
Ach ja…de eeuwige dooddoener als het om Facebook, Whatsapp of elk ander online netwerk gaat. Mag ik Derek Sivers hier quoten?
I’ve been online since 1994. I remember when everyone thought mp3.com was everything, and a few years later it was gone. Then everyone thought MySpace was everything, and a few years later it was moot. Now it’s Facebook, Instagram, and Google, but eventually they’ll all be moot, too. It’s the natural cycle of things.
Een gedachtenexperiment: Zou het mogelijk zijn dat je vrienden en je (zakelijke) netwerk op Facebook zit omdat jij op Facebook zit?
Als jij besluit er afscheid van te nemen, kan dat een extra duwtje zijn voor die vrienden om hun eigen aanwezigheid in overweging te nemen?
Zou het niet mooi zijn als jij die eerste stap zet?
Dan zou dit het moment zijn om te linken naar het formidabele artikel van Zeynep Tufecki “Facebook’s Surveillance Machine”
The problem here goes beyond Cambridge Analytica and what it may have done. What other apps were allowed to siphon data from millions of Facebook users? What if one day Facebook decides to suspend from its site a presidential campaign or a politician whose platform calls for things like increased data privacy for individuals and limits on data retention and use? What if it decides to share data with one political campaign and not another? What if it gives better ad rates to candidates who align with its own interests?
Die groep waar ik het net over had, die digitale voorhoede, dat was een voorbeeld in de jaren ‘90 met de komst van het internet. Net als in de eerste jaren van deze eeuw met de komst van sociale netwerken. Zij konden als geen ander vertellen waar dit vandaan kwam, hoe dit uitrolde en welke voordelen dit biedt voor onderling contact, voor het bereiken van je potentiele klanten en om direct en ongefilterd te communiceren met je doelgroep.
Ik weet het, ik heb die presentaties zelf ook gegeven en er les in gegeven.
Maar Facebook is getransformeerd tot een oncontroleerbare silo met ontelbare datapunten en psychologische inzichten. De menselijke maat lijkt te zijn verdwenen. Hoe mooi de visie van Zuck is in 2017, Building a Global Community, is er iemand die gelooft dat dit uitgevoerd moet worden door een winstgedreven bedrijf wat draait op het verkopen van de data van diezelfde communities? Is het niet te naïef om te denken dat dit wel goed kan gaan?
We kunnen niet meer met droge ogen zeggen dat het allemaal wel meevalt met Facebook. We kunnen ons niet meer verschuilen achter de redenering “Mijn publiek zit er dus ik moet er wel in mee gaan met mijn advertentiebudget”. Er is altijd nog zoiets als een morele keuze die je kunt maken. Dat heeft niets met activisme te maken. En ja, ik weet dat mijn werkgever actief is op Facebook. Geloof me, de discussies zijn er…
Natuurlijk kan Mark Zuckerberg niets anders doen dan diep door het stof gaan, zijn eigen boetedoening doen en beterschap beloven. Maar het kwaad is al geschied. En wie weet waar nog meer data-verzamelingen rondzwerven die op een onverwacht moment aan de oppervlakte komen. Waarna het hele mediacircus opnieuw begint.
Er is zoveel te vinden van alles wat de afgelopen dagen is gebeurt rondom Facebook en Cambridge Analytica. Maar begrijp dat dit geen gebeurtenis is in een vacuüm. De kans dat de komende maanden een volgend lijk uit de kast komt is plotseling exponentieel gegroeid, om er maar eens een hype term in te gooien.
En toch…het laconieke gevoel blijft. Ik weet dat er na het weekend al weer over iets anders #ophef is. We gaan gewoon door. De digitale voorhoede likt wellicht even de wonden en gaat daarna weer vrolijk door met het verkondigen van het Facebook evangelie. Want ja, iedereen blijft op dat netwerk zitten omdat iedereen er op zit. Dus moeten wij er net zo goed zijn.
Colin Walker schrijft: This time feels different. Ik help het hopen.