Vanochtend had ik mijn periodieke schuldgevoel-aanpraat-moment bij de mondhygiënist. Altijd een moment om naar uit te kijken. Hoe goed ik anderen kan vertellen over het opbouwen van gewoontes, hoe goed me dat zelf lukt op allerlei gebieden, simpelweg elke dag mijn tanden flossen lukt me niet.
Het is vervelend, ik vergeet het, ik heb geen idee waarom die gewoonte niet blijft hangen. Zou ik dan toch de hulp van technologie moeten inschakelen om me er dagelijks aan te herinneren? Een simpele reminder op een vast moment van de dag? Een Shortcut in iOS die me random op een middag een pingetje geeft? Of een volledige app om gewoontes op te bouwen met streaks, beloningen, accountabiliteit en gamification?
Natuurlijk heeft Productiviteits-Internet een gids om effectief een flosgewoonte op te bouwen.
Tips zijn welkom!
Archives for 2022
Op mijn vrije middag heb…
Op mijn vrije middag heb ik twee kleine wijzigingen in de code van deze site aangebracht. Alle notities worden nu volledig weergegeven op de frontpage van de site, terwijl andere posts worden afgekapt. Ik maak dit verschil omdat notities vaak korter zijn, soms één of twee links hebben en verder niets. Dan vind ik het niet nodig dat je nog eens door moet klikken om alles te lezen. Dat kan simpelweg vanaf de voorpagina. De code vind je op Github.
De tweede toevoeging is dat notities zonder titel (zoals deze notitie) nu automatisch een titel krijgen die bestaat uit de eerste 5 woorden van de post. Het vraagstuk om exact een titel te maken van de eerste zin is nogal complex. Want waar eindigt een zin? Met een punt, vraagteken of uitroepteken? Maar wat als ik een hele lange zin maak? Hoe ga ik om met b.v. afkortingen? Ik hou het nu dus nog simpel. De paar regels code vind je eveneens op Github.
42 Super-Annoying Buzzwords and Buzzphrases—and What to Do about Them
Are buzzwords infesting your documents? Don’t worry, there’s a cure! Here are some ideas for what to do about 42 of the most annoying buzzphrases.
Buzzwords en kantoorlingo zijn verschrikkelijk. In onze teksten vermijden we ze nauwkeurig. Het lijstje in deze link geeft een mooie dwarsdoorsnede waar op te letten. En ik ga de term “verbale bubble-wrap” zeker meer gebruiken!
Het is tijd voor ons…
Het is tijd voor ons eerste weekend met het nieuwe gezinslid, Ziggy. Een kitten van 12 weken, speels en onderzoekend. Het is wennen, na de jaren met Plato die langzaam een rustiger en meer bedachtzame kat werd. Ziggy heeft geen notie van vazen, bekers melk, gordijnen en onderarmen. Alles is een speeltuin.
Tijd om bij te lezen op de site Praktijk voor Kattengedrag!
Boekrecensie Internet for the People

Het Internet is stuk omdat het internet een business is. Alle lagen van het internet zijn in handen van private bedrijven met een winstoogmerk. Een internet met kleinere, meer gereguleerde bedrijven is nog steeds een internet gebaseerd op winst. Een internet met winstoogmerk is een internet dat mensen niet kan garanderen wat ze nodig hebben om een zelfbeschikkend leven te leiden. Een commerciële markt geeft je niet wat je nodig hebt. Een commerciële markt geeft wat je kunt veroorloven.
Gestapelde winstmaximalisatie
Dat is de basisgedachte in het prikkelende boek Internet for the People door Ben Tarnoff. Ik heb het boek met veel plezier gelezen, ik herken er veel uit andere pamfletten en essays over een nieuw internet en tegelijkertijd mis ik een duidelijke beweging voorwaarts.
Tarnoff stelt dat het internet onherkenbaar is veranderd in de afgelopen 20 jaar. De belangrijkste reden is alle lagen van het internet zijn geprivatiseerd. Tarnoff gebruikt het idee van stacks, verdiepingen, om zijn betoog goed opgebouwd uit te leggen.
De onderste verdieping is de toegang tot het internet, de onderzeese kabels en datacenters die ervoor zorgen dat we sowieso online kunnen. Het internet begon als militair experiment en breidde uit naar universiteiten en wetenschappelijke instellingen. Die tijd is voorbij. Internet providers, vooral in de Verenigde Staten, bieden minimale toegang tegen maximale prijzen, zodat ze betere marges hebben. Ze verkopen de metadata van het internetverkeer aan adverteerders voor extra inkomsten. En ze zijn niet geneigd om hun diensten uit te breiden naar afgelegen gebieden, omdat de kosten te hoog zijn. De toegang tot het internet is een basisbehoefte, maar wel een met een hoge prijs voor ons, de eindgebruikers.
Een verdieping hoger vinden we de online platformen. Van e-commerce tot sociale netwerken. Of het nu gaat om Amazon, Facebook of Uber, ze besteden zoveel mogelijk werk uit aan contract arbeiders en verzamelen zeeën aan data. Die data stellen ze beschikbaar aan adverteerders zodat die ons beter kunnen bereiken en meer inkomsten maken.
Winstmaximalisatie zit diep in de architectuur van deze platformen. De online malls, zoals Tarnoff ze noemt.
De winstdoelstelling zorgt dat de architectuur ons bepaald gedrag oplegt. Als we het gedrag tonen (iets liken, swipen, retweeten, doorsturen etc.) dan wordt het algoritmisch geoptimaliseerd en geëxtrapoleerd voor een grotere groep. De opgehaalde data van het vertoonde gedrag is olie voor de advertentie- en invloedmachine die het platform draaiende houdt.
Publieke toegang
Biedt Tarnoff oplossingen? Zeker wel. Ik vraag me af in hoeverre de oplossingen realistisch zijn. Hij betoogt om bibliotheken de toegangspoort tot het web te maken. Een bibliotheek heeft vaak al een buurtfunctie, je kunt er eenvoudig naar binnen om hulp te vragen bij je toegang. Je hebt niet snel te maken met een anonieme helpdeskmedewerker die je vraagt om uit te loggen en opnieuw in te loggen. Bibliotheken zijn decentraal georganiseerd, wat het voordeel biedt dat elke vestiging zijn eigen invulling kan geven aan iets fundamenteels als toegang tot het internet. Het idee doet me denken aan Eduroam wat we in de wetenschappelijke wereld kennen. Als je studeert krijg je een Eduroam account, waarmee je overal ter wereld toegang hebt tot het web. Sinds 2013 is in Nederland Govroam actief, voor overheidsdiensten.
In mijn woonplaats Utrecht is LomboXnet een lokale provider die in een wijk glasvezel aanbiedt voor een lage prijs. Er ontstaan meer lokale, coöperatieve decentrale aanbieders van internet toegang. Zo is in Detroit het Equitable Internet Initiative. Vanuit een centrale buurtkerk is internet toegang mogelijk en technische buurtgenoten zorgen voor een grid aan accesspunten.
Radicale oplossingen
De oplossingen voor de platformen als Facebook, Google en Amazon zijn complex. Deze platformen zijn gebouwd met een winstoogmerk en er zit een kluwen van andere vraagstukken achter. Vraagstukken op gebied van macht, politiek, regulatie en processen. Door alleen het platform op te splitsen los je de achterliggende problemen niet op. Het internet is ook niet het probleem. Het internet is fantastisch.

We hebben voor het eerst in de mensheid toegang tot enorme schatkamers aan kennis, informatie en tot elkaar. Het probleem is dat er een beperkt aantal bedrijven zijn die kiezen voor een verdienmodel dat is gebaseerd op data verzamelen en op het manipuleren van ons gedrag. Dat wil niet zeggen dat het héle internet zo is.
Een mogelijke oplossing komt uit een verrassende hoek, door te kijken naar het gedachtegoed van Angela Davis. Amerikaans feministisch filosoof, schrijver, activist en professor. Ze schrijft onder andere over het afschaffen van de moderne politiemacht en gevangeniswezen omdat deze twee zó verbonden zijn aan elkaar en niet zorgen voor een verbetering in de (Amerikaanse) maatschappij. Door ze op te heffen en tegelijkertijd naar een meer humane en decentrale constellatie van maatschappelijke strategieën en instituties. Het denken van Davis als blauwdruk voor een nieuw internet: Aan de ene kant de wettelijke en politieke hefbomen inzetten om Big Tech op te breken en verdere centralisatie te gaan. Aan de andere kant het ontwikkelen van decentrale alternatieven die de nieuwe ruimte kunnen vullen. Dat gaat verder dan het opnieuw ontwikkelen van dezelfde instrumenten in andere handen.
Tarnoff heeft het onder andere over Mastodon. Een mooi initiatief volgens hem, maar eigenlijk is het een kloon van Twitter en Facebook. Zijn betoog is dat je niet dezelfde architectuur onder een nieuw eigenaarschap moet zetten. Je moet een fundamenteel andere architectuur opzetten om een nieuw internet te bouwen, zie het gedachtegoed van Angela Davis. Daar hebben we meer verbeeldingskracht bij nodig, evenals experimenten. Mastodon en andere decentrale diensten zijn prima experimenten, maar we mogen nog wel een stap verder gaan.
Tarnoff roept op om het internet te deprivatiseren. Maak een internet gedreven door menselijke waarden in plaats van winstbejag. Door een minder dominante marktwerking, op alle lagen, van toegang tot de platformen. Daar is wetgeving bij nodig en een breder gedragen besef wat de rol van online platformen zijn in onze maatschappij.
Toekomstvisie
Het verhaal van Ben is redelijk actueel, er komen voorbeelden uit 2021 voorbij, maar het mist een blik in de toekomst. Hij schetst een toekomst voor tekstgebaseerde sociale netwerken zoals Twitter en Facebook. Maar hij gaat voorbij aan de grote platformen van nu: TikTok, Snapchat en Instagram. Ik zie mijn zoon van 10 op zijn iPad werelden bouwen in Roblox en met zijn vrienden gamen in Brawl Stars. Veel van zijn zakgeld gaat op aan de digitale evolutie van zijn bouwwerken en avatars. Hoe gaat die ontwikkeling en kunnen decentrale en publieke alternatieven écht een alternatief zijn? Dat verhaal mis ik nog in het uitstekende betoog van Tarnoff. Ik vroeg hem er naar via email, hoe hij kijkt naar deze ontwikkeling, in video en metaverse. Zijn antwoord is tweeledig:
On the one hand, I’ve been quite impressed with the level of creativity I see in spaces like Minecraft and Roblox. It reminds me of how I used Lego as a kid, or even my experiences with early MUDs and early MMORPGs. And the social dimension of these apps is appealing. As a kid in the 90s, I spent nearly all my time online — my parents moved us around a lot, so the internet is where I conducted my social life. It was a lifeline, one that I really couldn’t have done without. And I did learn a lot of things in those years that yielded real professional benefits later — I doubt I’d work in tech today if I hadn’t been so glued to a computer back then.
On the other hand, as a parent, I suspect I’ll have concerns about how much time my kids spend on their devices, and will try — probably without success — to persuade them to read a book instead, or go outside and do something artistic. (My parents, for what it’s worth, never tried to limit my screen time, but that was long before there was even a discussion about “screen time.”) But of course it’s a balance, because I do believe that genuinely enriching and creative experiences can happen through the medium of the internet, and I’d want to create space in my kids’ lives for those.
So, as you can see, I have no idea.
Het zijn herkenbare gedachten, iets waar wij als ouders net zo goed mee bezig zijn. Zaken als schermtijd, de balans tussen de verrijking van het internet en de deuren naar de online troll-hell. Mogelijk zit die oplossing ook niet per se in het publiek maken van alle diensten.
Het boek is meer dan alleen de gedachtengang van Tarnoff, ik was blij verrast met zijn uitgebreide eindnotities. Meer dan 60 pagina’s met voetnoten, inclusief extra achtergrond, links en titels om meer te leren en lezen. Alleen dat deel is enorm waardevol om meer te leren hoe het internet is geworden wat het nu is, en wat het zou kunnen worden.
Internet for the People is te bestellen of te koop bij je lokale boekhandel.
News at 11 – Herinneringen aan 11 september 2001
Elk jaar op 11 september neem ik me voor om eens wat uitgebreider te schrijven hoe wij die dag meemaakten in 2001. Helena en ik waren destijds in de Verenigde Staten. Aan de andere kant van het land, in Californië. Maar dat maakte op die dag zelf niets uit. Elk jaar komt het er niet van. Vandaag bijna ook weer niet. Tot ik News at 11 tegenkwam via een Reddit-post. Een conceptalbum uit 2016 wat de sfeer weergeeft van een 11 september als die beruchte gebeurtenissen in 2001 nooit hadden plaatsgevonden. De vaporwave-esthethiek druipt van elke track, het is een vreemd gevoel van nostalgie wat je overvalt als je naar de nummers luistert.

We waren in Kanab, een klein dorpje in Utah, vlakbij de Grand Canyon. We waren er op 10 september aangekomen, in een klein hostel aan de rand van het dorp. Het plan is om de volgende ochtend vroeg naar de Grand Canyon te vertrekken. We zaten in de tweede week van onze roadtrip door Californië. Van San Francisco over Highway 1 naar Santa Cruz, Santa Barbara en Las Vegas. De Grand Canyon zou de volgende stop zijn.
Het is 2001, dus mobiel internet bestond gewoonweg nog niet. Ik had al wel een blog, maar om de een of andere reden hield ik die niet bij als reisblog. Ik mailde elke dag wat reisverhalen naar vrienden en familie. Het blog was meer voor andere updates. Ik denk er nog wel eens aan terug waarom ik dat toen niet deed. Zelfs onze avond uit in San Francisco met Evan Williams, de bedenker van Blogger en later Twitter, heb ik nooit uitgebreid beschreven op mijn blog. Zelfs een dag na de aanslagen mail ik een van de medebloggers om onze mail te publiceren waar we zeggen dat alles goed gaat. Ik snap niet waarom ik dat niet gewoon zelf deed. Ik denk vanwege de kosten. Je moest per minuut betalen als je online bent en met alle webinterfaces en trage verbindingen, zou dat klauwen met geld kosten.
Emailen deden we om de paar dagen in de bibliotheek, daar konden we vaak een paar minuten gratis gebruik maken van het internet. Die ochtend in ons hostel pakken we een snel ontbijt op de kamer, met wat dingen die we bij ons hebben. De TV blijft uit, geen radio. We rijden met de huurauto naar de bibliotheek, met een van de CD’s die we hebben meegenomen. Eenmaal in de bibliotheek van Kanab zat ik achter een desktop computer en log ik in bij XS4ALL, om de webmail te lezen. Veel meer deed ik niet, het was immers vakantie. En ik had niet zo’n gewoonte om het nieuws héél nauwkeurig bij te houden. Ik kijk over mijn rechterschouder want ik hoor een meisje zacht snikken. Ik zie op haar scherm een soort tekstversie van de CNN website. Alleen het logo is zichtbaar en een foto van twee torens. De tekst zie ik wel maar komt niet binnen bij me.
Inmiddels is mijn mail geopend. Een bericht van mijn moeder. Vrij cryptisch. Of alles wel goed is bij ons, nu het zo’n toestand is. En of we veilig zijn. Ik heb geen idee waar ze het over heeft. We zien dat we al laat zijn voor onze tour door de Grand Canyon. Ik sluit de mail af, we stappen in de auto en rijden naar het park.
Eenmaal in het park pak ik mijn videocamera. Een Sony handycam met tapes. Ik begin te filmen, zoals ik alles film van onze trip. Ik zie de schoonheid van het natuurpark door de lens van de camera. Onderin staat in witte cijfers de datum 11-sep-2001. Ik hoor op de achtergrond Happy Birthday. Ik hoor mensen vol verwondering naar de bergen kijken. We besluiten een pad te volgen naar beneden. Met z’n tweeën wandelen we door het park. We komen continu andere bezoekers tegen maar er is niets wat maar lijkt op paniek, op angst of verdriet. Alleen maar mensen die genieten van de pracht van de Grand Canyon.
Als we terugrijden naar Kanab valt ons op dat er wel erg veel Amerikaanse vlaggen aan de huizen hangen. Sommige halfstok. Op een zeker moment zie ik langs de rand van de lokale weg waar we rijden kleine vlaggen staan, om de paar meter. Dat had ik nog niet eerder gezien. Amerikanen hebben een sterk gevoel van vaderlandsliefde, dat is zeker. Maar dit was wel opvallend. Ons hostel had net zo duidelijk de vlaggen uithangen. We hoeven niet langs de receptie en kunnen direct naar ons appartement. Onderweg pak ik wat blikjes cola mee uit de automaat. Even een uurtje chillen met de TV, dan een hapje eten in het dorp en we zien wel verder.
We zetten de TV aan, het avondnieuws. Of een herhaling van dat nieuws, dat weet ik niet meer. Ik weet alleen nog dat we daarna uren verbijsterd naar het scherm kijken. De herhalingen van de aanslagen, de berichten uit New York, uit het hele land, uit de hele wereld. Zappen heeft geen zin, overal is hetzelfde nieuws. Niets was meer hetzelfde na die dag.
We besluiten wat eten te halen en bij het appartement te blijven. Onderweg komen we twee Deense meiden tegen die net als ons in het hostel zitten en verbouwereerd zijn over wat er is gebeurd. De rest van de avond hangen we voor de TV. Uiteindelijk , na uren herhalingen, meningen, interviews, analyses en vooruitzichten, begint een film op een van de zenders, The Outsiders met Rob Lowe, Emilio Estevez, Matt Dillon, Tom Cruise, Patrick Swayze en Ralph Macchio. Een van de eerste Brat-pack films. Ik heb geen idee of het een bewuste programmering was, of dat iemand op de zender maar iets was ingestart. Maar het deed goed om op dat moment die film te zien.
De dagen er na is het luchtruim dicht, we zouden naar Los Angeles gaan, maar we besluiten nog een paar dagen uit grote steden te blijven. We blijven een dag langer in Kanab, we gaan daarna naar een slaapwijk iets buiten Las Vegas om uiteindelijk in Long Beach te eindigen. Waar we horen dat we op onze geplande reisdatum weer naar huis kunnen. De eerste dag dat het luchtruim weer open gaat. Chaos op LAX, overal is het leger en iedereen is op zijn hoede. Met veel vertraging mogen we uiteindelijk vertrekken. Ik kan me niets meer herinneren van die vlucht terug.
Nog steeds is het vertrek van LAX voor mij waar mijn herinneringen stoppen van deze vakantie. Misschien is het ergens een bewuste blokkade geweest in mijn gedachten. Pas toen ik vanavond News at 11 luisterde en er beelden bij zag, dacht ik weer na over die vakantie. Hoe we alles hebben beleefd en hoe het eindigde voor ons. Ik heb ergens nog een digitale versie van de video die we die dag maakten. Ik moet hem eens zoeken.