• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to footer

Digging the Digital

Vol Blogdrift!

  • /Now
  • Nieuw? Start hier
    • Blogroll
    • Tag Index
  • Startgids Mastodon
  • WordPress en Indieweb
    • WordPress en het indieweb
    • Hoe gebruik je IndieAuth met WordPress
    • WordPress en webmentions
    • WordPress en Micropub
    • WordPress en de Post Kind plugin
  • Notities
  • Bookmarks
  • Likes

toekomst

Boekrecensie Internet for the People

11 September 2022 door Frank Meeuwsen 13 Comments

Het Internet is stuk omdat het internet een business is. Alle lagen van het internet zijn in handen van private bedrijven met een winstoogmerk. Een internet met kleinere, meer gereguleerde bedrijven is nog steeds een internet gebaseerd op winst. Een internet met winstoogmerk is een internet dat mensen niet kan garanderen wat ze nodig hebben om een zelfbeschikkend leven te leiden. Een commerciële markt geeft je niet wat je nodig hebt. Een commerciële markt geeft wat je kunt veroorloven.

Gestapelde winstmaximalisatie

Dat is de basisgedachte in het prikkelende boek Internet for the People door Ben Tarnoff. Ik heb het boek met veel plezier gelezen, ik herken er veel uit andere pamfletten en essays over een nieuw internet en tegelijkertijd mis ik een duidelijke beweging voorwaarts.

Tarnoff stelt dat het internet onherkenbaar is veranderd in de afgelopen 20 jaar. De belangrijkste reden is alle lagen van het internet zijn geprivatiseerd. Tarnoff gebruikt het idee van stacks, verdiepingen, om zijn betoog goed opgebouwd uit te leggen.

De onderste verdieping is de toegang tot het internet, de onderzeese kabels en datacenters die ervoor zorgen dat we sowieso online kunnen. Het internet begon als militair experiment en breidde uit naar universiteiten en wetenschappelijke instellingen. Die tijd is voorbij. Internet providers, vooral in de Verenigde Staten, bieden minimale toegang tegen maximale prijzen, zodat ze betere marges hebben. Ze verkopen de metadata van het internetverkeer aan adverteerders voor extra inkomsten. En ze zijn niet geneigd om hun diensten uit te breiden naar afgelegen gebieden, omdat de kosten te hoog zijn. De toegang tot het internet is een basisbehoefte, maar wel een met een hoge prijs voor ons, de eindgebruikers.

Een verdieping hoger vinden we de online platformen. Van e-commerce tot sociale netwerken. Of het nu gaat om Amazon, Facebook of Uber, ze besteden zoveel mogelijk werk uit aan contract arbeiders en verzamelen zeeën aan data. Die data stellen ze beschikbaar aan adverteerders zodat die ons beter kunnen bereiken en meer inkomsten maken.
Winstmaximalisatie zit diep in de architectuur van deze platformen. De online malls, zoals Tarnoff ze noemt.
De winstdoelstelling zorgt dat de architectuur ons bepaald gedrag oplegt. Als we het gedrag tonen (iets liken, swipen, retweeten, doorsturen etc.) dan wordt het algoritmisch geoptimaliseerd en geëxtrapoleerd voor een grotere groep. De opgehaalde data van het vertoonde gedrag is olie voor de advertentie- en invloedmachine die het platform draaiende houdt.

Publieke toegang

Biedt Tarnoff oplossingen? Zeker wel. Ik vraag me af in hoeverre de oplossingen realistisch zijn. Hij betoogt om bibliotheken de toegangspoort tot het web te maken. Een bibliotheek heeft vaak al een buurtfunctie, je kunt er eenvoudig naar binnen om hulp te vragen bij je toegang. Je hebt niet snel te maken met een anonieme helpdeskmedewerker die je vraagt om uit te loggen en opnieuw in te loggen. Bibliotheken zijn decentraal georganiseerd, wat het voordeel biedt dat elke vestiging zijn eigen invulling kan geven aan iets fundamenteels als toegang tot het internet. Het idee doet me denken aan Eduroam wat we in de wetenschappelijke wereld kennen. Als je studeert krijg je een Eduroam account, waarmee je overal ter wereld toegang hebt tot het web. Sinds 2013 is in Nederland Govroam actief, voor overheidsdiensten.
In mijn woonplaats Utrecht is LomboXnet een lokale provider die in een wijk glasvezel aanbiedt voor een lage prijs. Er ontstaan meer lokale, coöperatieve decentrale aanbieders van internet toegang. Zo is in Detroit het Equitable Internet Initiative. Vanuit een centrale buurtkerk is internet toegang mogelijk en technische buurtgenoten zorgen voor een grid aan accesspunten.

Radicale oplossingen

De oplossingen voor de platformen als Facebook, Google en Amazon zijn complex. Deze platformen zijn gebouwd met een winstoogmerk en er zit een kluwen van andere vraagstukken achter. Vraagstukken op gebied van macht, politiek, regulatie en processen. Door alleen het platform op te splitsen los je de achterliggende problemen niet op. Het internet is ook niet het probleem. Het internet is fantastisch.

Een heerlijke throwback naar betere (?) tijden met The Kids Guide to The Internet.

We hebben voor het eerst in de mensheid toegang tot enorme schatkamers aan kennis, informatie en tot elkaar. Het probleem is dat er een beperkt aantal bedrijven zijn die kiezen voor een verdienmodel dat is gebaseerd op data verzamelen en op het manipuleren van ons gedrag. Dat wil niet zeggen dat het héle internet zo is.

Een mogelijke oplossing komt uit een verrassende hoek, door te kijken naar het gedachtegoed van Angela Davis. Amerikaans feministisch filosoof, schrijver, activist en professor. Ze schrijft onder andere over het afschaffen van de moderne politiemacht en gevangeniswezen omdat deze twee zó verbonden zijn aan elkaar en niet zorgen voor een verbetering in de (Amerikaanse) maatschappij. Door ze op te heffen en tegelijkertijd naar een meer humane en decentrale constellatie van maatschappelijke strategieën en instituties. Het denken van Davis als blauwdruk voor een nieuw internet: Aan de ene kant de wettelijke en politieke hefbomen inzetten om Big Tech op te breken en verdere centralisatie te gaan. Aan de andere kant het ontwikkelen van decentrale alternatieven die de nieuwe ruimte kunnen vullen. Dat gaat verder dan het opnieuw ontwikkelen van dezelfde instrumenten in andere handen.

Tarnoff heeft het onder andere over Mastodon. Een mooi initiatief volgens hem, maar eigenlijk is het een kloon van Twitter en Facebook. Zijn betoog is dat je niet dezelfde architectuur onder een nieuw eigenaarschap moet zetten. Je moet een fundamenteel andere architectuur opzetten om een nieuw internet te bouwen, zie het gedachtegoed van Angela Davis. Daar hebben we meer verbeeldingskracht bij nodig, evenals experimenten. Mastodon en andere decentrale diensten zijn prima experimenten, maar we mogen nog wel een stap verder gaan.
Tarnoff roept op om het internet te deprivatiseren. Maak een internet gedreven door menselijke waarden in plaats van winstbejag. Door een minder dominante marktwerking, op alle lagen, van toegang tot de platformen. Daar is wetgeving bij nodig en een breder gedragen besef wat de rol van online platformen zijn in onze maatschappij.

Toekomstvisie

Het verhaal van Ben is redelijk actueel, er komen voorbeelden uit 2021 voorbij, maar het mist een blik in de toekomst. Hij schetst een toekomst voor tekstgebaseerde sociale netwerken zoals Twitter en Facebook. Maar hij gaat voorbij aan de grote platformen van nu: TikTok, Snapchat en Instagram. Ik zie mijn zoon van 10 op zijn iPad werelden bouwen in Roblox en met zijn vrienden gamen in Brawl Stars. Veel van zijn zakgeld gaat op aan de digitale evolutie van zijn bouwwerken en avatars. Hoe gaat die ontwikkeling en kunnen decentrale en publieke alternatieven écht een alternatief zijn? Dat verhaal mis ik nog in het uitstekende betoog van Tarnoff. Ik vroeg hem er naar via email, hoe hij kijkt naar deze ontwikkeling, in video en metaverse. Zijn antwoord is tweeledig:

On the one hand, I’ve been quite impressed with the level of creativity I see in spaces like Minecraft and Roblox. It reminds me of how I used Lego as a kid, or even my experiences with early MUDs and early MMORPGs. And the social dimension of these apps is appealing. As a kid in the 90s, I spent nearly all my time online — my parents moved us around a lot, so the internet is where I conducted my social life. It was a lifeline, one that I really couldn’t have done without. And I did learn a lot of things in those years that yielded real professional benefits later — I doubt I’d work in tech today if I hadn’t been so glued to a computer back then.

On the other hand, as a parent, I suspect I’ll have concerns about how much time my kids spend on their devices, and will try — probably without success — to persuade them to read a book instead, or go outside and do something artistic. (My parents, for what it’s worth, never tried to limit my screen time, but that was long before there was even a discussion about “screen time.”) But of course it’s a balance, because I do believe that genuinely enriching and creative experiences can happen through the medium of the internet, and I’d want to create space in my kids’ lives for those.

So, as you can see, I have no idea.

Het zijn herkenbare gedachten, iets waar wij als ouders net zo goed mee bezig zijn. Zaken als schermtijd, de balans tussen de verrijking van het internet en de deuren naar de online troll-hell. Mogelijk zit die oplossing ook niet per se in het publiek maken van alle diensten.

Het boek is meer dan alleen de gedachtengang van Tarnoff, ik was blij verrast met zijn uitgebreide eindnotities. Meer dan 60 pagina’s met voetnoten, inclusief extra achtergrond, links en titels om meer te leren en lezen. Alleen dat deel is enorm waardevol om meer te leren hoe het internet is geworden wat het nu is, en wat het zou kunnen worden.

Internet for the People is te bestellen of te koop bij je lokale boekhandel.

Opgeslagen onder: indieweb Tags: boekreview, decentralized web, facebook, indieweb, mastodon, open internet, review, toekomst, twitter

Bookmark: Welcome to the new Wired

4 January 2022 door Frank Meeuwsen 1 Comment

Welcome to the New WIRED door Gideon Lichfield (WIRED)

The future begins here—again.

Wired is een vaste waarde sinds ik zelf online ben. Het magazine was er altijd en bracht de toekomst op de deurmat. Helaas is het van mijn radar gevallen de laatste 10 jaar. Ik heb het een paar keer geprobeerd met digitale abonnementen, maar het pakte me niet meer zoals het vroeger deed. Ik hoop dat ze met deze nieuwe afslag ook weer nieuw elan (haha) en nieuw publiek krijgen. Misschien probeer ik het weer eens een jaar…

Opgeslagen onder: bloggen Tags: magazine, toekomst, wired

Bookmark: een nieuwe Gouden Eeuw van gaming?

17 March 2019 door Frank Meeuwsen Leave a Comment

We’ve Entered the Golden Age of Gaming While Pooping door Matthew Gault (Motherboard)

With existing solutions that allow for AAA game streaming to your mobile devices, and more on the way, there’s never been a better time to chill on the john.

Op Vice een verslag hoe gaming steeds meer verandert door betere verbindingen en steviger hardware. We komen in een tijdperk waar streaming games via clouddiensten overal zijn te spelen.
Het doet mij erg denken aan de mogelijkheden die in het (fictie) boek Ready Player One werden bedacht. Overal kunnen gamen in een VR wereld. Ik vind het interessant!

Opgeslagen onder: indieweb Tags: games, toekomst, vr

What drives the mobility of the future? – target is new

11 January 2019 door Frank Meeuwsen Leave a Comment

Iskander schrijft op zijn blog over de mobiliteitsconsument van de toekomst. Een fraaie opsomming van gaande trends en komende ontwikkelingen die er voor zorgen dat we op de kleine oppervlakte die we hebben toch voldoende mobiel kunnen zijn. Van slim reizen tot mobiele werkplekken, sharing economy en de rol van slimme apparaten via het Internet of Things. Een mooi overzicht. Ik ben wel erg benieuwd naar het project in Utrecht Oost waar hij bij is betrokken!

Opgeslagen onder: links Tags: mobiliteit, smart-city, toekomst

De drie wegen van Dave Winer

25 March 2013 door Frank Meeuwsen 1 Comment

Dave-WinerEen van de eerste blogdiensten die probeerde was Blogger. In 2000 was er niet zoveel keuze. Je had Blogger en wat home-grown systemen en dat was het wel. En er was iets wat ik steeds tegenkwam wat Radio Userland heette. Van een man die al langer een blog had, Dave Winer. Ik ontmoette hem in mei 2001 in Amsterdam op een etentje georganiseerd door Adam Curry. Dave was er, evenals Marc Canter (een van de oprichters van Macromedia, nu Adobe) en Evan Williams. Yep. Evan Williams van Twitter, maar toen de maker van Blogger.

Ik kan me nog herinneren dat ik een gesprek met Dave had over het verschil tussen zijn Radio Userland en Evan’s Blogger. Voor mij was de keuze heel simpel: Radio Userland werkte als beheersysteem op één PC. Ik moest er software voor installeren. Blogger werkte op het internet. In “The Cloud” zeggen we nu, maar het is gewoon op internet. Dus overal en altijd beschikbaar. Dat was wel zo handig, want dan kon ik zowel thuis als op de desktop-PC bij Rhinofly blogposts schrijven. Dave keek me fronsend aan en zocht naar een manier om uit te leggen dat Radio Userland toch echt beter was. Hij heeft me nooit echt weten te overtuigen, al waardeer ik alle software die hij heeft gemaakt. Maar op de een of andere manier maakt het nooit een klik bij me.

In 2011 was Dave Winer te gast bij The Next Web Conference. Hij werd geinterviewd door Boris Veldhuijzen van Zanten over zijn nieuwe initiatief Blorking. Dat klinkt een beetje smerig, maar hij omschrijft het zelf als “Blorking is like Twitter but without the company in the middle of it. It’s an open Twitter” Ik zat in de zaal en met stijgende verbazing naar Winer te luisteren. Ik snapte steeds minder van zijn ideeën. Het interview was verwarrend en praktische vragen uit de zaal over beschikbaarheid en mogelijkheden werden vakkundig omzeild. Naderhand heb ik nog een paar geprobeerd om een eigen Blorking-service op de een of andere manier werkend te krijgen. Maar het is me nooit echt gelukt. Ik zou niet eens weten waarom niet. Maar de dienst werkte samen met Amazon’s EC2 service, het had de prachtige naam EC2ForPoets, maar ik begreep het gewoon niet. Met de dienst zou ik een webserver bij Amazon hebben die ik via Remote Desktop benader en waar ik uit zou werken. Vreemd, in een tijd van cloud-software en mobiele apps.

Vandaag maakt Dave Winer bekend dat hij een nieuwe dienst start, Little Outliner. Nu is Dave bij mij al langer iemand die altijd met outliners bezig is. Een outliner is een programma wat tekst in een boomstructuur organiseert. Tekst kan in- en uitklappen in nodes. Outliners worden typisch gebruikt om ideeën te genereren en organiseren, als persoonlijke todo lijst of als projectmanagement tool. Workflowy is een typisch voorbeeld van een Outliner.
Little Outliner is een outliner die in de browser werkt. Je gaat naar de site en je begint met typen. De werking van de outliner is relatief simpel en na een paar keer oefenen lukt het je om met de sneltoetsen behoorlijk rap een overzicht te krijgen van je tekst. Ik had het idee dat Dave eindelijk was afgestapt van het lokaal hebben staan van de teksten. Little Outliner werkt tenslotte in de browser. Je zou dus denken dat het op het netwerk kan worden opgeslagen. Maar nee. Little Outliner werkt en voelt als een web-app, maar alles wordt lokaal opgeslagen. Er is dus geen mogelijkheid om outlines met anderen te delen. Tenminste, nog niet. In zijn uitleg over Little Outliner geeft hij een glimps van de toekomst:

Over the next few months, we hope to bring you lots of examples of new things you can do with networks of outlines, with co-workers and friends, that were never possible before.

Op dit moment begrijp ik nog niet wat Little Outliner zo anders maakt dan andere outliners. Maar ik weet dat Dave zoekt naar manieren om kleine onderdelen makkelijk aan elkaar te knopen. Bootstrapping. Small Pieces Loosely Joined. Dus ik zie wel een toekomst waar onderdelen van mijn outliner via een link zijn gekoppeld aan jouw outliner en je zo informatie kunt delen.

Maar hoe anders en nieuw is dat met wat we al kennen?

Ik bedenk me nu ineens, dat laatste zei ik in 2006 over een toen nieuwe dienst. Van de maker van Blogger. De dienst heette toen nog Twttr…

Ik hoor graag jullie gedachten over de nieuwe dienst van Dave Winer!

Opgeslagen onder: Uncategorized Tags: outliner, Scripting.com, toekomst, twitter

Wat brengt de toekomst van bloggen?

15 October 2012 door Frank Meeuwsen 2 Comments

Een blog is vaak een proces. Nooit echt af. Artikelen schrijf je op een moment terwijl je later denkt dat de werkelijkheid of je mening toch anders in elkaar zit. Een compleet “affe” blogpost kan soms lekker voelen, maar aan de andere kant, een open einde geeft ruimte voor meer. Daarom maar eens een open blogpost. Met de mogelijkheid om aan te vullen. Want mij is gevraagd om een toekomstvisie op bloggen te geven. Voor twee groepen studenten van de School voor Journalistiek mag ik daar mijn gewaardeerde mening over geven. Vandaag zat ik daar wat over te piekeren en eigenlijk kom ik op wat losse gedachten. Hier zijn ze, doe er mee wat nodig is! Vul aan, verbeter, vertel.

Bloggen is een logisch gevolg in de geschiedenis

Vóór de boekdrukkunst werd uitgevonden was lezen en schrijven een privilege. Sterker nog, het was iets wat met name de rijken en adelen bezig hield. De “gewone” man op het veld kon niet lezen en schrijven. Met de boekdrukkunst verdween dit voorrecht langzaam maar zeker. Door de komst van een overvloed aan boeken kwam de drang om te leren lezen. Kwam de wens om zelf iets te lezen en te schrijven. Zo ontstond een nieuwe situatie, waarin lezen en schrijven niet meer exclusief voor de rijken was, maar voor een groeiende groep burgers.

Met de komst van de computer zien we langzaam hetzelfde gebeuren. De eerste personal computers stonden op zolderkamers en waren voor de inner-crowd. Je moest weten hoe al die codes werkten en in welke volgorde je iets moest doen om een tekst te maken. Langzaam werd dat makkelijker door tekstverwerkers en grafische interfaces.

Met de komst van internet en specifiek blogsoftware, werd publiceren ineens erg laagdrempelig. Ineens kan iedereen een eigen online publicatie maken. Of je nu wel of geen publiek hebt en ongeacht wat je onderwerp is. Langzaam maar zeker krijgen de broodschrijvers van nu het moeilijk. Want kon je voorheen wel schrijven, maar was je geen auteur of gevestigde naam, dan was het maken en krijgen van een podium een lastige zaak.
Deze trend zal zich alleen maar voortzetten. Ongeacht de techniek en het specifieke platform, blogs als een ongecensureerd, publiek en persoonlijk platform blijven bestaan en krijgen een belangrijkere rol in het mediadebat. Het is aan de journalist om met de juiste instrument een overwogen besluit te maken of een blogpost wel of niet de moeite waard is van het opvolgen.

Blogs zijn een uniek platform

Een blog is voor elke schrijver een moederschip. Of je nu journalist bent of beginnend auteur. Het is je eigen moederschip, je thuisbasis waarui je andere kanalen kunt bedienen. Je hebt geen redactie, distributiekanaal of dure randapparatuur meer nodig. Je blog is je moederschip, het is je startpunt waar je begint met communiceren. Met collega’s, vrienden, geïnteresseerden of echte fans.

Je hebt 1000 fans nodig

Kevin Kelly heeft een prachtig stuk geschreven, hoe je als online publicatie 1000 fans nodig hebt. 1000 Fans, die in je geloven, die je volgen en die graag tijd en aandacht aan je geven. Die 1000 fans, die moet je bedienen. Die moet je zo goed mogelijk geven wat ze willen.
Je kunt er voor kiezen om voor een gezichtsloze massa te schrijven, dat is je goed recht. Maar ik kan je uit ervaring vertellen dat 1000 fans veel leuker zijn. Je kent elkaar, je weet wat je van elkaar kunt verwachten en niet in de minste plaats, je kunt er net zo goed geld mee verdienen. Want voor die 1000 fans heb je geen groot publicatiekanaal nodig. Hoef je niet per se in full color te publiceren en in elke kiosk te liggen.

Het proces is het product

Voor veel onderzoeksjournalistiek zijn mooie tijden aangebroken. Of barre tijden, het is maar net hoe je het bekijkt. Door de vele instrumenten, waarvan een blog er slechts een is, kun je geïnteresseerden vaker en intensiever op de hoogte houden van de stappen die je zet. Je kunt je publiek er bij betrekken, ze kunnen je helpen (Denk aan The Guardian die declaraties bij het lezerspubliek legde om te onderzoeken) Door je eigen stappen publiek te beschrijven, leg je deels verantwoording af over die stappen. Wat doe je en waarom. Je geeft een kijkje in de keuken, je biedt transparantie. Wil je dat altijd? Misschien niet, daar kun je zelf de regie over houden. Die keuze heb je nog altijd.

Dus wat is die toekomst?

Nou…iets wat met bovenstaande te maken heeft. Blogs als een platform om het proces van je werkwijze te laten zien. Om artikelen te plaatsen die de officiële kanalen niet halen (zo is Tonie.net ooit begonnen…) en om je 1000 fans te vinden. In de toekomst zullen alle schrijvers en mediamakers een eigen mediakanaal zijn. Laat het dan een in elk geval een kanaal zijn waar je zelf de controle over hebt. Start een blog.
Tijdens #Blogpraat kwam de vraag eveneens aan bod…

[View the story “Wat vinden #Blogpraat deelnemers over de toekomst van bloggen?” on Storify]

Opgeslagen onder: Uncategorized Tags: blogging, toekomst

  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to page 3
  • Go to Next Page »

Footer

Wat is dit?

Frank MeeuwsenDigging the Digital is de digital garden of commonplace book van Frank Meeuwsen. Onderwerpen variëren van indieweb tot nieuwsbrieven, bloggen, muziek en opvallende gebeurtenissen op het internet.

Meer Frank

Bloghelden - De definitieve geschiedenis van webloggend Nederland

Op deze dag

  • 2 years ago...
    • Niet alle RSS readers zijn hetzelfde
    • Het gedoe met sommige posts
    • No more platforms please
    • Adding Webmention Support from Scratch
  • 3 years ago...
    • Lock Down, Seeking New Normal, Yet Still Tempus Fugit
    • Omdat de rij bij de online boodschapp...
    • I'm not ignoring the pandemic, I'm just not writing about it
  • RSS
  • LinkedIn
  • GitHub
  • Mastodon
← An IndieWeb Webring →

Archives

  • Likes (268)
  • Bookmarks (267)
  • Notes (134)
  • Replies (53)
  • Articles (723)
  • All Posts

Digging the Digital staat op de state of the art server van Servebolt.
De snelste high-performance hosting met een sterke focus op schaalbaarheid en veiligheid.