• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to footer

Digging the Digital

Vol Blogdrift!

  • /Now
  • Nieuw? Start hier
    • Blogroll
    • Tag Index
  • Startgids Mastodon
  • WordPress en Indieweb
    • WordPress en het indieweb
    • Hoe gebruik je IndieAuth met WordPress
    • WordPress en webmentions
    • WordPress en Micropub
    • WordPress en de Post Kind plugin
  • Notities
  • Bookmarks
  • Likes

webtech

Met MailPoet heb ik mijn nieuwsbrief nu in eigen beheer

6 June 2020 door Frank Meeuwsen 4 Comments

Het afgelopen jaar heb ik mijn nieuwsbrief OPEN via Revue verstuurd. Dat is altijd goed gegaan en de service van Revue is prima. Maar de laatste maanden begon ik me af te vragen waarom mijn nieuwsbrief niet gewoon op mijn eigen moederschip zou staan. Daarom heb ik een tijdje terug het archief op mijn site gezet en een Integromat koppeling gemaakt tussen Revue en mijn blog.

Daarna bedacht ik me, zou ik niet alles op mijn eigen domein kunnen doen? Dankzij goede vriend Remkus de Vries, WordPress-ambassadeur-extraordinaire en liefhebber van goede muziek, ging ik op zoek naar alternatieven. Plugins en services die in WordPress draaien en een nieuwsbrief goed kunnen versturen.

Plugin keuze

Ik koos voor de plugin MailPoet om de nieuwsbrief te schrijven en te versturen. Dit doen ze via hun eigen infrastructuur, waarmee de bezorging in je inbox moet zijn in plaats van de spambox. Zolang ik onder de 1000 abonnees blijf, is MailPoet nog gratis. Dat is voor mij op dit moment wel een relevant criterium, met alle kleine abonnementjes en diensten die ik afneem.

Ervaringen met MailPoet

Afgelopen week heb ik de eerste editie via Mailpoet verstuurd. De nieuwsbrief editor in WordPress is prima te gebruiken en intuïtief in gebruik. Ik kan eenvoudig blogposts toevoegen of afbeeldingen die ik al op mijn site heb.

24 uur na het verzenden krijg ik een overzicht van het aantal geopende emails en hoeveel er is geklikt. Gelukkig blijft die op hetzelfde niveau als ik bij Revue had (>50% opens en >12% kliks) en komt de nieuwsbrief dus bij iedereen nog steeds goed aan.

Doorplaatsen editie

Maar niet alles is ideaal voor mij bij MailPoet. Wat ik niet goed had getest en nu mis van Revue, is de mogelijkheid om een verstuurde nieuwsbrief als blogpost door te plaatsen.

Revue heeft een API en met Integromat kan ik via de API steeds de laatste editie als blogpost doorplaatsen. Ik ben nu een middag bezig geweest om te zien wat er mogelijk is met MailPoet. Maar vreemd genoeg kan ik geen goede manier vinden om een verstuurde nieuwsbrief automatisch door te plaatsen als blogpost.

MailPoet heeft geen API waarmee ik edities kan ophalen, dus ik moet het op een andere manier opvangen. Bijvoorbeeld met een ontvangen editie van de nieuwsbrief in mijn mailbox. Dat kan met Integromat. Maar de ontvangen tekst en HTML van de nieuwsbrief is lastig om te zetten naar een goed leesbare blogpost. MailPoet heeft een eigen manier om een archief van verstuurde nieuwsbrieven te tonen en ik kan prima direct linken naar de laatste editie. Maar beide zijn net niet zoals ik het zou willen.

Het is een kleine tegenslag in verder een prima plugin om vanaf je eigen domein nieuwsbrieven te maken, te versturen én om zelf controle te hebben over je lijst met mailadressen. Ik ben er van overtuigd dat we de komende tijd verbeteringen bij MailPoet gaan zien. Ze hebben in elk geval een openbare lijst met Feature Requests met onder andere de Integromat integratie.

Natuurlijk kun je je direct abonneren op mijn nieuwsbrief via onderstaande formulier. Vul je mailadres in en ontvang je OPEN wekelijks in je inbox!

[mailerlite_form form_id=4]

Opgeslagen onder: bloggen Tags: howto, nieuwsbrief, plugin, technologie, webtech, WordPress

Breng het web vooruit met nieuwe design mogelijkheden.

30 November 2018 door Frank Meeuwsen Leave a Comment

De afgelopen weken heb ik me verdiept in de wat nieuwere mogelijkheden met CSS. Deze bejaarde webwerker komt uit de tijd dat CSS een fonkelnieuwe opmaakwijze op het web was. Een tijd waar layouts werden gemaakt van tabellen en transparante pixel-images. Inmiddels heb ik aan de zijlijn wel wat meegekregen van de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van CSS. Pas toen ik wat meer leerde over de mogelijkheden van CSS Grid werd ik echt enthousiast over de nieuwe kansen voor layouts op het web. Nou ja….nieuw. Het principe van CSS Grid is al een paar jaar oud.

Op dit moment werken we aan de nieuwe site van Olisto, waar het nu vooral gaat om op korte termijn een nieuw visitekaartje online te zetten. Dus we kiezen een sluiproute met een template en beproefd framework (WordPress en Genesis) waar we op verder bouwen. Dus ja, we eindigen wel een beetje als dit voorbeeld voor elke website die met Bootstrap of een template is gemaakt.

Maar gaandeweg het ombouwen van het template leer ik over zowel CSS Flex als CSS Grid. Twee systemen die prima naast elkaar zijn te gebruiken. Elk met hun voor- en nadelen. Ik ben er nog steeds over aan het leren. Door het in de praktijk te gebruiken merk ik snel wat er mogelijk is en word ik erg blij. Want met deze twee flexibele mogelijkheden in de standaard opmaak-taal van het web, zullen ontwerpers en ontwikkelaars dichter naar elkaar groeien. De grid-mogelijkheden maken allerlei nieuwe en verrassende ontwerpen mogelijk, die het ook nog eens goed doen op verschillende schermformaten. Het doet mij denken aan de jaren ‘90, waar ontwerpers als Neville Brody en David Carson de grenzen verkenden van magazine-design. Brody voor The Face, Carson voor RayGun. Beiden enorm invloedrijke magazines waar het gaat om design en typografie. Persoonlijk heb ik nog altijd een zwak voor het design van David Carson en RayGun. Ik las en bekeek het magazine gebiologeerd. Kijk zelf maar eens naar wat voorbeelden van het magazine.

Ik hoop dat we in een periode komen waar dit meer en meer voor webdesign zal gebeuren. Niet alleen op basis van frameworks, A/B tests en conversie-maximaliserende growth-hacks. Maar met gevoel voor art-direction, gedurfd design en nieuwe paden inslaan.


Het zet mij wel serieus aan het denken over deze site. Ik ben er nu dik een jaar intensiever mee bezig (er is weer Blogdrift!) en ik merk dat ik al redelijk de grenzen ontdek van het onderliggende systeem Jekyll en het templatesysteem Liquid. Alles is wel zelf in te bouwen, maar het plugin-ecosysteem van WordPress begint wel erg aanlokkelijk te worden. Ik zit al langer te broeden op een andere indeling van de site, waarbij ik meer de mogelijkheden van CSS Grid wil ontdekken. In principe moet het niets uitmaken met welk onderliggende systeem ik dat doe. Maar WordPress als systeem is nu eenmaal meer volwassen dan het wat meer DIY principe van Jekyll. De snelheid van platte HTML-pagina’s is dan wel weer een heerlijk voordeel van Jekyll ten opzichte van de vele bewegende onderdelen die bij WordPress onder de motorkap zitten. De Indieweb plugins die WordPress ter beschikking heeft (Webmentions, Activitypub etcetera) zijn nog niet klaar om gedachtenloos aan te zetten en het werkt. Vaak heeft dat weer een hoop voeten in aarde om het goed werkend te krijgen.

Vorig jaar heb ik me in de decembermaand de principes van Git meer eigen gemaakt. Ik vermoed dat de komende maand in het teken van de frontend opmaak staan. Eerst ga ik dat proberen met mijn huidige opzet. En anders heb ik weer een mooi project voor een volgende IndieWebCamp of Homebrew Website Club 😉

Opgeslagen onder: webtech Tags: css grid, webdesign, webtech

Het onontgonnen gebied van Google Home

25 November 2018 door Frank Meeuwsen 2 Comments

Het is zo eenvoudig geworden. Je hoeft voor de Black Friday deals niet eens de deur uit. Gisterenavond zat bij onze wekelijkse voedseldropping van Albert Heijn de bestelde Google Home Mini. Een kleine, aaibare babbelpuck met datadrang. Ja mensen, dat ben ik me echt wel bewust. Na alle verhalen over het stoppen met Google en Facebook nu toch een Google Home in huis? Zeker, om te weten wat het is, om te begrijpen wat de mogelijkheden zijn én om te verkennen hoe ver de tentakels van je gesproken woorden reiken als ze eenmaal op de Google servers staan.

Woonkamer versus Livingroom

Natuurlijk is het eenvoudig om te vragen wat voor weer het wordt, wat het laatste nieuws is en waar de Kerstman woont. Het werd al wat complexer om mijn Philips HUE verlichting lekker te laten werken met Google Home, wetende dat deze al aan Homekit van Apple zit. Het conflicteert allemaal wat met elkaar. Niet alle lampen worden direct gevonden, het feit dat ik de woonkamer in Homekit heb hernoemd naar Livingroom doet Google Home prompt van taal veranderen, maar na wat proberen en leren lukt het aardig om met je stem het licht te bedienen. Maar eerlijk gezegd, gewoon op een lichtknop drukken vind ik net zo handig.

Dierengeluiden

Het werd pas écht een feest toen onze zesjarige Finn ontdekte dat we een nieuwe huisgenoot hebben. Hij vraagt Google Home de hemd van het lijf en deelt alles met hem (haar? het?). Als Finn zegt “Hey Google, ik heet Finn”, dan krijgt hij het kille antwoord terug “Sorry, daar kan ik nog niets mee doen. Maar ik leer steeds bij”. Zijn vraag “Waar woont Sinterklaas” kreeg een uitgebreid Wikipedia lemma terug over Myra en de sterfdag van Sinterklaas. Gelukkig viel dat laatste niet op bij deze nog-gelovige.
De doorbraak kwam toen Finn ontdekte dat Google Home dierengeluiden en instrumenten kon teruggeven. Hij was al snel zo’n 30 minuten zoet om zijn kennis van het dierenrijk en instrumenten te testen. Het is prachtig om te merken hoe onbevangen en open een kind direct vragen stelt én interactie verwacht van de stembesturing.

Vind je kansen

Finn vroeg van alles aan Google Home, maar kreeg heel vaak geen goed antwoord terug. Of gewoon geen antwoord. Natuurlijk staat stembesturing nog in de kinderschoenen en is Google Home nog maar net in Nederland beschikbaar. Dat uurtje met mijn zesjarige gaf me al een aantal ideeën voor nieuwe diensten die je via voice beschikbaar kunt stellen. Van dierengeluid-spelletjes tot uitgebreide seizoensverhalen (vraag maar eens waar de Paashaas woont…), van stem-interactiemodellen met kleuters tot het leren van nieuwe woorden.

Ben je een ontwikkelaar voor voice-diensten, ga eens een weekend veldonderzoek doen bij een gezin en je vindt volgens mij allerlei kansen voor bestaande merken en nieuwe ondernemingen.

Ik blijf sceptisch over een microfoon in huis van een notoire dataslurper en advertentiegedreven surveillance kapitalist. Onze Google Home gaat op een slimme stekker waarmee we dankzij Olisto op commando de dienst aan en uit kunnen zetten. Door simpelweg de stroom er af te halen als je hem niet nodig hebt. Maar tegelijkertijd zie ik enorm veel kansen op dit onontgonnen gebied en begrijp ik dat er veel ontdekt zal worden.

En dat Google Home nog niet weet Wie De Mol Is…. dat lijkt me een kwestie van tijd toch?

Opgeslagen onder: webtech Tags: google home, voice, webtech

Push without notifications

13 November 2018 door Frank Meeuwsen Leave a Comment

Jeremy Keith writes about some new ideas regarding push notifications on the web. These little blurbs that popup on your screen when a site publishes something new. In a distant past you gave permission to a particuar site to interrupt you when they publish something important (to them) and you get these notifications.

The solution Jeremy and Sebastiaan examine, reminds of the old Push technology, way back in the early days of the web. The desktop was essentially your workplace and you could have dynamic widgets on it with news, weather and other tidbits. There was a great company here in the Netherlands called Bitmagic that provided little nudges of entertainment on your desktop. It would download in the background (back when we just had dial-up modems) and you could watch it offline. This was before we had a daily tsunami of information, washing away clear thinking and processing of what is happening around us.

Jeremy divides the problem in two parts which is actually quite good. Because yes, I’d love to be notified by sites when something happens and they don’t offer RSS or JSON feeds. But I would not like to get a notification on my desktop every time this happens. On a personal level, I don’t believe in the caching solution Jeremy proposes. This is too much of a personal usecase which I don’t see fit for a larger use. But providing options beyond just notification on your desktop is a great way forward.

Opgeslagen onder: links Tags: notification, push, webtech

Mastodon ondersteunt nu zelf-verificatie

31 October 2018 door Frank Meeuwsen Leave a Comment

OK, een korte check dan op wat er vandaag in de fediverse gebeurde. Of het open web. Het netwerk Mastodon ondersteunt met de laatste update de mogelijkheid om jezelf te verifieren. Dit hoeft niet via allerlei hoepels bij een centrale partij, zoals je gewend zou zijn bij een Twitter of Instagram. Je kunt relatief eenvoudig verifiëren dat jij bent wie je zegt dat je bent op het internet. Op je Mastodon account voeg je een link toe naar een website waar je zelf de controle over hebt. Zo heb ik op mijn Mastodon account een link naar deze site toegevoegd.

Op deze site plaats ik een link terug naar mijn Mastodon-account. Het subtiele verschil in deze links zit in de broncode. Hier staat niet alleen de link maar eveneens de toevoeging rel=me. Deze kleine toevoeging bewijst voor andere servers dat ik zeg wie ik ben op Mastodon. Ton legt het principe van rel=me prima uit in deze blogpost.

Wat voegt dit toe?

Met de toevoeging rel=me in de link naar een sociaal netwerk of Github, maak ik het mogelijk om mezelf te identificeren voor derde partijen. Als iemand op een andere Mastodon-server besluit zich als mij voor te doen (nee, ik zou ook niet weten waarom, maar even als voorbeeld…) dan kun je al snel zien dat ik het niet werkelijk ben, omdat de verificatie van de website mist.

Een andere manier om dit te gebruiken is door je te identificeren bij andere services met je eigen site. We zijn gewend om in te loggen met een wachtwoord, of steeds vaker met een centrale service als je Twitter of Facebook account. Deze vorm van authenticatie (oAuth) is op zich prima, maar je bent afhankelijk van een derde partij waar je in principe minder controle over hebt. Dat heeft Facebook in het verleden wel bewezen door uitgebreide rechten te geven aan ontwikkelaars als je met je account inlogt om een kleine test te maken.

Er is eveneens een meer onafhankelijke manier van inloggen, genaamd indieAuth. Hier kun je inloggen met je eigen domeinnaam. Als je dat doet, krijg je een overzicht van alle URL’s die jij op je site hebt gezet waar een rel=me toevoeging bij staat. Dit kan Github zijn, het was ooit Twitter, maar dat kan nu dus eveneens Mastodon zijn! Dit brengt nog meer controle in mijn eigen handen. En zoals Ton al aangeeft, verificatie van Mastodon instances kan interessant zijn om een netwerk te vinden van mogelijk interessante sites en mensen.

Maar helaas. Als ik bij IndieAuth mijn domein opgeef krijg ik de melding dat mijn Mastodon instance geen supported authentication provider is, het wordt (nog?) niet ondersteund. Ik heb inmiddels mijn vraag weggelegd in de Indieweb chatkanalen, waar veel van de makers van deze diensten dagelijks rondhangen. Wel zo handig en het schakelt lekker snel. Dus ik hoop snel een antwoord te hebben op mijn vraag.

Opgeslagen onder: indieweb Tags: indieauth, indieweb, mastodon, webtech

Het plan voor de IndieWebCamp hack-sessies

21 October 2018 door Frank Meeuwsen Leave a Comment

De tweede dag van het IndieWebCamp Nurnberg staat in het teken van je eigen web-problemen oplossen. Elke aanwezige heeft een eigen site of is bezig met een specifiek project waar altijd wel iets aan te doen is. De dag begint met een korte presentatie van iedereen wat hij of zij wil aanpakken. Daar worden groepen uit gevormd en gaan we aan de slag tot het einde van de dag, alleen onderbroken door de lunch.

Het is lang geleden dat ik bijna een hele dag ongestoord kan werken aan eigen projecten, veelal is het een verloren uurtje in een weekend of in de avond. Dat heeft het gevolg dat ik vaak opnieuw begin, weer de documentatie van iets lees, weer dezelfde scripts probeer en weer dezelfde fouten maakt. Dus ik zie wel uit naar deze dag. Ik heb voor mezelf al een plannetje gemaakt wat ik vandaag wil oppakken.

Webmentions

Gedurende de sessies op zaterdag werd me duidelijk dat ik me voorlopig op drie onderwerpen moet concentreren: Microformats, Webmentions en Micropub. Dit zijn achtereenvolgens nieuwe protocollen en afspraken rondom de weergave van data voor machines, een nieuwe wijze van reageren en communiceren via blogs en sociale netwerken en Micropub brengt het publiceren op je eigen blog naar een open protocol, waarbij je niet afhankelijk bent van de instrumenten die je blogsoftware of sociaal netwerk je aanreikt.

Mijn plan is om vandaag in elk geval het volgende voor elkaar te krijgen

  1. Microformats helemaal goed werkend op mijn site, zowel voor mijn h-card als de h-entry optie
  2. Vervolgens wil ik een opzet maken om webmentions lokaal en online goed te kunnen testen. Ik vind het niet fijn om steeds op liveblogs allerlei tests te moeten doen.
  3. Het versturen van webmentions. Ik heb dit nu in een ruwe versie voor elkaar, maar ik wil dit nog uitwerken naar een degelijke oplossing. Dit betekent dat ik het webmention script goed moet configureren, de server in orde maken, de trigger voor het versturen van de webmention testen en configureren en tenslotte een feedback-loop of het versturen goed is gegaan.

Als ik dit vandaag voor elkaar krijg zou dat al mooi zijn. Op de wat langere termijn wil ik de volgende onderdelen op mijn blog verbeteren

  1. Ontvangen webmentions en notificaties. Ik ontvang nu wel webmentions, maar dat is alleen op individuele blogposts. Ik weet dat er ook wordt gelinkt naar mijn homepage. Die moet dus eveneens webmentions krijgen. Daarnaast wil ik notificaties krijgen (mail, telefoon) als er een webmention binnenkomt.
  2. Weergave en beheer webmentions. De weergave van de webmentions mag nog beter, evenals het eigen beheer, zoals het verwijderen van test-webmentions.
  3. Syndicatie naar Twitter verbeteren. Middels een Zapier-script heb ik het inmiddels voor elkaar dat elke blogpost automagisch op Twitter verschijnt. Dat is meer een lapmiddel dan een duurzame oplossing. Daar moet ik dus nog aan werken, evenals de presentatie van de tweet. Nu pakt de webmention de eerste 280 karakters en een permalink. Dat wil ik anders. Hoe exact weet ik nog niet, dat zien we gaandeweg wel.
  4. Micropub. Ik kan inmiddels met Omnibear goed posten vanaf elke pagina naar mijn site. Maar in de weergave op mijn site zitten nog wat onhebbelijkheden en ik wil de mogelijkheden van dergelijke tools verder uitdiepen en mogelijk verbeteren.

Kortom, genoeg te doen. Maar nu eerst ontbijt!

Opgeslagen onder: indieweb Tags: indieweb, indiewebcamp, webtech

  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to page 3
  • Go to Next Page »

Footer

Wat is dit?

Frank MeeuwsenDigging the Digital is de digital garden of commonplace book van Frank Meeuwsen. Onderwerpen variëren van indieweb tot nieuwsbrieven, bloggen, muziek en opvallende gebeurtenissen op het internet.

Meer Frank

Bloghelden - De definitieve geschiedenis van webloggend Nederland

Op deze dag

  • 2 years ago...
    • Niet alle RSS readers zijn hetzelfde
    • Het gedoe met sommige posts
    • No more platforms please
    • Adding Webmention Support from Scratch
  • 3 years ago...
    • Lock Down, Seeking New Normal, Yet Still Tempus Fugit
    • Omdat de rij bij de online boodschapp...
    • I'm not ignoring the pandemic, I'm just not writing about it
  • RSS
  • LinkedIn
  • GitHub
  • Mastodon
← An IndieWeb Webring →

Archives

  • Likes (268)
  • Bookmarks (267)
  • Notes (134)
  • Replies (53)
  • Articles (724)
  • All Posts

Digging the Digital staat op de state of the art server van Servebolt.
De snelste high-performance hosting met een sterke focus op schaalbaarheid en veiligheid.